vrijdag 11 december 2009

Water trappen


De directeur van MAMADO is een aantal weken op locatie aan het werk. Voor het eerst ervaar ik een direct voordeel van zijn afwezigheid. De bedrijfswagen is nagenoeg werkeloos. En omdat op mijn compound een veilige werkplaats annex parkeerplaats aanwezig is, neem ik de auto na het werk mee naar huis. Dus even geen gepuzzel om een laatste sta-plekje in de dala dala te bemachtigen. Dat de wagen, een Toyota Hillux, grote problemen heeft met de accu neem ik op de koop toe. Niet nadat ik daardoor tot twee keer toe alsnog met de dala naar mijn werk ben gegaan, omdat de kar niet wilde startte. Verdorie... Na samen met een collega de gebruiksaanwijzing nauwkeurig te hebben doorgenomen, wil het starten wel lukken. Sindsdien geniet ik met volle teugen van mijn mobiele bestaan.
Deze ochtend heeft Nassari de auto dringend nodig, en ik haast me naar kantoor. Een veldbezoek dat hij en ik gepland hebben morgen te doen, moet vandaag plaatsvinden vanwege familieomstandigheden. Hij gaat even langs bij de community water engineer om de wijziging te regelen. Ik moet drie afspraken verzetten, en naar huis om zonnebrandcrème te halen en ben dan ook klaar voor vertrek. Een bezoek aan een village betekent vaak langdurig buiten zijn. In de volle zon. Na een misselijkmakende heenreis, een hobbelige weg en een iets te ambitieuze chauffeur is niet de beste combinate, bereiken we het eerste dorp. De meeting is in het dorpsgebouw. Inhoud: 2 bankjes, een bureau met stoel voor de dorpsvoorzitter en een oude kast. Zet mezelf dus op een van de stoffige bankjes. Met mijn witte rok. Die was bedoeld voor op kantoor. Past niet in de setting. Voel me verder wel thuis. Al kan ik het grootste deel van het gesprek in Swahili niet volgen. Onderwerp van gesprek is de dorps- en bestuurssamenstelling en de behoefte op het gebied van water- en sanitatievoorzieningen. We werken aan een proposal voor een nieuw Community WASH (Water and Sanitation & Hygiene) project voor Canadese partner Watercan. Veldonderzoek is dan altijd het begin. Welke behoeften zijn aanwezig, waar zijn de behoeften het grootst en is nog geen ander project gepland. In Nakulabi, blijkt.
Vervolgens rijden we naar de waterpomp. Dorpsvoorzitter wijst ons de weg, dwars door de dorre met wat lage struiken begroeide vlakte die zich langs de Cape-to-Cairo route bevindt. Jawel, deze ader snijdt dwars door Dodoma. Water is dus voorhanden. Echter, de originele pomp werkt niet meer, en gaat MAMADO wellicht rehabiliteren. Tijdelijke oplossing is een trapmachine, die door zelf op de pedalen te trappen water naar boven brengt. Een ieder die water komt halen, zal dus eerst de benen moeten gebruiken. Even doorwerken... Aan het werk is een kleine man die in de twintig minuten dat wij er zijn 3 emmers en 2 jerrycans vult. Twee vrouwen lopen met ieder een emmer op hun hoofd de vlakte op. De emmer is te zwaar om zelfstandig op het hoofd te tillen, maar de nekspieren zijn bewonderingswaardig sterk en dragen de emmer. Misschien wel kilomters ver. Zonder een druppel te morsen.

donderdag 26 november 2009

Zalig inspirerend

Gedistingeerd. Strak zwart pak. Nauwsluitende zwarte koltrui. Gitzwart glansleer om de voeten. Donker bemontuurde bril. Krachtige Afrikaanse lippen bewegen.... ~~new aaaaafrIcAAAA~~. Youssou Ndour zingt zijn lied, na afloop van de documentaire “I bring what I love”. Van, voor en over Afrika. Zijn ogen openen, zijn gezicht naar boven gericht. Alle andere kijkers in de zaal gericht op de zijne. In stilte, voor heel even. Tot gigagroot applaus theater Tuschinski in Amsterdam uitknalt. De herfst is guur buiten, het sneewt zelfs dikke witte vlokken. Binnen in de hoofdzaal is het warm. Dampen van de regen kunnen geen kant op. De muziek en de woorden brengen de temperatuur nog verder boven peil. Ik knijp in de hand van hoogstzwangere vriendin. Onze ogen twinkelen. Wauw!! Dit is... dit is.... dit IS! Geen woorden om aan te vullen. Zal afdoen aan de schoonheid, grootsheid en intensiteit van de ervaring.
Een jaar later,wanneer vriendin in Nederland de eerste verjaardag van de kleine man viert, sta ik weer oog in oog met deze man, en IS het nog meer! Deze keer nadert de zomer, omdat ik me aan de andere kant van de evenaar bevind. En draag ik geen warme laarzen en Youssou zwarte coltrui noch pak. Gedachten gaan terug naar de avond een jaar geleden. De avond waarop ook mijn geest en elke nog afwezige vezel in mij zich aansloot bij de beslissing die mijn hart al lang genomen had: let’s go back to africa!
En daar sta ik, op een terrein in de presidentswijk van Dar es Salaam, dat is klaar gemaakt om de gasten een luxe zitplaats te geven. Hard aan gewerkt. Zag ik, toen ik in de middag langs ging in een uiterste poging alsnog een kaartje te bemachtigen. Het allerlaatste kaartje.
Op het moment dat Youssou’s ~~new aaaafrIcAAAA~~ weer klinkt, hebben al vele noten geklonken. Angelique Kidjo uit Benin is de andere bekendheid op het podium en zingt haar versie van het Swahili nummer Malaika (Angel). Maar pas nadat Emmanuel Jal, voorheen kindsoldaat in Sudan, het programma opent. Een kennismaking die indruk maakt en ik niet zal vergeten. Binnen 7 seconden heeft de helft van het publiek de wit omhoesde plastic stoelen al verlaten. Hij zingt, ik swing. Hij vertelt, ik luister. “So many people died, we didn’t cry no more.” Verloren ziel, gehuilde tranen. Hij raakt, ik kraak. Met zijn moed, eerlijkheid over rauwe waarheden, en zijn energieke elastieke stijl van dansen inspireert hij.
Samen met de dansers en andere artiesten die veelal gelijktijdig het podium vullen. Lichaam èn geest worden in beweging gezet. Naarmate de avond vordert zien we steeds minder Angelique en steeds meer Youssou. Het botst blijkbaar een beetje. De twee sterren maskeren het. Slechts de voelsprieten van een enkele analytisch gedeformeerde valt het op. De sfeer blijft uniek. Ze zijn er voor ons, en voor het ‘nieuwe’ Afrika. Staan op het podium om woorden, ritme en leven te brengen. We bouwen een feessie en dansen de Africadance. Net als de artiesten heeft ook het publiek steeds minder droge draad aan het hemd. Intensgelukkig dwarrel ik naar huis. Dit is beter dan mediteren, yoga, of welk ge-zen dan ook.

maandag 9 november 2009

Grenzen over


What are you going to do during your stay?” Vraagt een norse douaniëre in Windhoek aan me. “Well, I am here to visit some VSO projects.” Ik gebruik algemene termen, de dame lijkt op zoek naar problemen die ik vanzelfsprekend wens te vermijden. “If you are here for business you need a visa.” Yeah actually, I work in Tanzania and am not going to work here to earn money. So I don’t need a visa.” De woorden rollen mijn mond uit zoals een Nederlandse dat bijdehand, open en direct doet. Had ik beter even over kunnen nadenken of tenminste in wat voorzichtiger bewoording kunnen hullen. Een grens overschreden… De Authoriteit spreekt: “there is only one person who decides if you need a visa, and that is me! You crossed ‘Business’ on the arrival form.” Geïnformeerd over de VISA richtlijnen leek me dat een eerlijk en veilig antwoord. Ik had beter moeten weten. “I think I made a mistake, it is actually just a visit.” Goed, zo is mijn paspoort toch weer een stempel rijker. De filmploeg en onze hostess voor de week wachten waarschijnlijk al op me in de aankomsthal en ik heb geen zin voor vertraging te zorgen.
Ik ben in Nambië om mee te werken aan een film ter promotie van het partnership tussen VSO en Randstad. Het interview met mij staat gepland op deze aankomstmiddag. Tijd voor voorbereiding is er niet. Vijf minuten na aankomst in het guesthouse draait de camera al en doe ik mijn verhaal. Voor me een fijn zwembad en achter me de heuvels van Windhoek. Kost me wat moeite ‘er’ in te komen (uhh het verhaal he, het zwembad heb ik later bezocht en wist ik goed te vinden). Ben tijdens de reis met overstap in Johannesburg in aanraking gekomen met de westerse luxe en ben zo niet alleen landsgrenzen over gegaan, maar heb ook even de wereld van het ontwikkelingswerk verlaten.
Spiegel voor Namibië. Groot contrast tussen arm en rijk. Lopend op de mooie stoep naast strak geasfalteerde straten in het centrum van Windhoek, moderne auto’s passeren, kan ik me moeilijk voorstellen wat VSO hier doet. De dag erna word ik geconfronteerd met basale levensbehoeften in een sloppenwijk om de hoek. We bezoeken een organisatie die zich inzet voor kinderen van ouders die met HIV/AIDS zijn geïnfecteerd of aan de gevolgen zijn overleden. Prachtige plaatjes, wrede waarheid, inspirerend initiatief!
Onderweg naar Rundu op de grens met Angola passeren we de volgende dag de ‘red line’, een langgerekt hekwerk als grensovergang dat Namibië in tweeën deelt. Voorheen de grens waarachter ook de ‘zwarten’ land mochten bezitten, nu zogenaamd om het zuidelijk gelegen land te beschermen tegen dierenziektes. Dat apartheid het land nog steeds (!) niet volledig heeft verlaten, blijkt wanneer een donkere serveerster zich afvraagt of de twee eveneens donkere dames in ons gezelschap ook uit Europa komen. Dat zij ‘gewoon’ uit Namibië komen en op pad zijn met de ‘witten’ past blijkbaar niet in haar wereld.
Gelukkig passen onze werelden wel samen en voeren we in de Bakkie interessante gesprekken over Namibië, cultuurverschillen en onze achtergronden. En genieten we samen van prachtig uitzicht over de Kavangorivier en het aangrenzende Angola.

vrijdag 30 oktober 2009

Wereld Hand Was Dag


Steeds weer verbaas ik mij over de aantallen die Nassari noemt als we de omvang van de school in Chang’ombe bespreken. Drieduizend (3000) pupils op één school. De helft volgt ’s ochtends les, de andere vijftienhonderd komen in de middag. Waar zijn ze?? Als ik op de school ben, tel ik amper 15 klaslokalen. Eenvoudige rekensom resulteert in 100 leerlingen per klaslokaal. Ik zie ze niet, wanneer ik voorbij loop. Hoor wel veel geluid. Altijd levendig. Met de billen op de stoffige betonnen vloer. Het is een zogenaamde sub-urban school, aan de rand van Dodoma town.
Wanneer ik op het punt sta mijn reis naar Oeganda voor een kort - lang weekend - bezoek te starten, blijkt world hand wash day op komst te zijn. Valt eigenlijk net zo uit de lucht als de beoogde trip. Ik regel dat ik het evenement toch bij kan wonen. Dit is een van de speerpunten van Mamado’s programma: Hygiëne. En ik wil die leerlingen wel eens samen zien! De dag ervoor, feestdag vanwege voormalig landshoofd Nyerere’s dag van overlijden, besteden we aan de voorbereiding. Deze gigantische school is gekozen door Mamado om het evenement gestalte te geven en Nassari heeft welgeteld 4 stukjes zeep voor ze gekocht.
De laatste voorbereidingen vinden plaats wanneer ik samen met een aantal collegae op weg ben naar de school. De teiltjes moeten nog gekocht worden. Een andere collega gaat op pad en zal later komen. Alles op zijn tijd...
Thema van vandaag spreekt voor zich. Achterliggende werkelijkheid is dat vele scholen geen handwas faciliteiten hebben bij de latrines (toiletten). Ook thuis ontbreekt het vaak aan de mogelijkheid direct handen te wassen na toilet bezoek. Hoognodig. Toiletpapier wordt niet vaak gebruikt. De linkerhand met wat water doet het werk... Als water voorhanden is.
Alle kinderen verzamelen zich op het veld buiten de school. Zevenhonderdvijftig blauwgerokte meisjes en kakigebroekte jongens stromen via de poort naar buiten. Komt geen eind aan. Vijf rijen dik stellen ze zich op, in U-vorm. Hand op schouder van de buur om de juiste afstand te bepalen. Discipline. Of komt het doordat een lerares met een stok in haar hand toekijkt? Een oefening die zich dagelijks afspeelt, we doen de handwas activiteit tijdens de gebruikelijke ochtendceremonie waarin de headteacher de kids toespreekt.
Mag als meest ervaren mzungu van de twee aanwezig (Beatrice is nieuwe aanwinst, stagiair uit Zwitserland) de bende ook toespreken. Watoto safi? (Kinderen , alles goed?). SAAAFIEIEIEIE!! Klinkt uit honderden kelen. Overweldigend. Alles goed, denk ik! We betrekken de kinderen door middel van een kleine prijsvraag over hoe je handen moet wassen. Thuis. Op school. Handen gaan fanatiek de lucht in. Kadootjes worden uitgereikt. De teiltjes arriveren. Just in (african) time. Een aantal kinderen doet voor hoe je handen wast. De health club assisteert. Een mechanisme dat Nassari heeft geïntroduceerd. Een clubje kinderen cascadeert geleerde lessen naar de anderen. Zo voeden ze elkaar op. En wij helpen een beetje.

donderdag 22 oktober 2009

Verantwoord reizen


Samen met Sandra zit ik in de bus van Dodoma naar Dar es Salaam. Gezeten op de verhoogde achterste rij kijken we over alle hoofden voor ons uit. Alle ramen gaan dicht. Airconditioning aan. Wat een aanwinst! Nieuwe bus van Shabibi is gewild. Snap ik volkomen.
De zetel kies ik strategisch zoals altijd. In de linker rij, de berm-kant. Veiliger in geval van ongelukken. Aan die linkerkant geniet ik vandaag van gezellige Hollandse klets, drie uur lang totdat Sandra me halverwege de rit gaat verlaten. De films die gedraaid worden, negeren we. Althans, we doen een poging tot. Zowel volume als inhoud maken dat lastig.
Het thema deze keer: vruchtbaarheid en overspel. Klinkt wellicht wat zwaar voor de vroege ochtend. Maar kinderspel... Heb eerder al een ranger (boswachter in Afrika) verorberd zien worden door een leeuw. Ik reed niet door een wildpark. De scène was zoals het hoort in scène gezet, maar toch. Op de slaperige maag lastig te verteren. Vooral de special effects, zoals de bloederige hand die wanhopig nog eenmaal tegen het raam van de four-wheel-drive slaat en dan dramatisch langzaam naar beneden glijdt daarbij een rood bloedspoor achterlatend, of de leeuw die met een onderbeen (met schoen eraan) als trophee in zijn bek wegloopt.
Blijkbaar ook kinderspel... Want er zitten kinderen in de bus. En die kinderen kijken ook naar deze beelden. En hun kinderogen worden niet beschermd tegen de brute beelden. De ouders van die kinderen laten ze kijken, leggen niets uit en klagen niet bij de regie in de bus over de filmkeuze. Hoogste tijd voor de introductie van een filmwijzer. Maar, als de ouders geen verantwoordelijkheid nemen voor hun kleine kinderen, wie dan wel?
Deze dierenfilm buiten beschouwing gelaten handelen de films die getoond worden veelal over het thema van vanochtend, een Tanzaniaanse relatie waarin bonje is. Het verloop is vergelijkbaar... Vrouw mompelt nederig wat woorden. Hoofd gebogen. Fluisterstem. Man is boos, héél boos. Hij kan niet bozer kijken. En het is altijd dezelfde man die acteert. Misschien omdat hij zo boos kijken kan... Man slaat vrouw. Vrouw gaat huilen. Of omgekeerde volgorde, pin me d’r niet op vast. Man loopt boos het huis uit. Vrouw jammert verder, mijmerend over de goede jaren die geweest zijn. De scenes, het decor (slaapkamerdeur rechts, tweepersoonsbed links) en acteurs altijd hetzelfde. De reacties van de reizigers helaas ook: lachen als geslagen wordt. Kleintjes op schoot aanschouwen het met hun grote kijkers. San en ik vinden het helemaal niet om te lachen. En begrijpen het echt niet meer wanneer de vrouw en een (aan)geslagen minnares vervolgens beiden een flink kado geven aan de man om hem te paaien.
De volgende film wordt gestart. Korte films zijn het. Ideaal medium. Zou het zijn. Om de reizigers’ blik op deze relatieperiekelen te verruimen en alternatieve reacties aan te reiken. Was het maar zo. Gaat hij nou vreemd of zij? Waarschijnlijk allebei. Als dit de moraal is waarmee de kinderen worden opgevoed, vraag ik me af hoe verantwoord de levensreis van de volgende generatie beginnen kan.

dinsdag 6 oktober 2009

Ademnood


Wat is er aan de hand? Net terug uit Nederland rust het weer loom op mijn schouders. Het is benauwd. Na een halve dag werken hang ik net als mijn collagae onderuit in de stoel. De middag ligt lang en uitgestrekt voor ons. Doorbijten dus. Flink aanpoten voor deze dame. De lucht is zwaar. Tekort aan verse lucht en zuurstof lijkt wel. De gure koele wind die voor mijn vertrek nog tot een flinke verkoudheid leidde, is verdwenen. Alle ruiten die als jaloeziën de kozijnen vullen, staan wagenwijd tegen elkaar open. Maar op de tocht zitten is er niet meer bij. Sjaals en truien hangen werkeloos over de stoelleuning.
Sinds Mei is het droog. Geen enkele druppel regen is gevallen. Kan me vaag wat gemiezer herinneren. In Dar es Salaam een paar maanden geleden. Maar in Dodoma.... Nee hoor. Deze regio gedraagt zich keurig in overeenstemming met wat in de reisboeken wordt beschreven. Helaas. Bekend als de droogste regio van Tanzania. Regen wordt beloofd vanaf November. Met een paar vooruitgeschoven buien in Oktober. De zware lucht is het eerste teken dat verfrissing op komst is.
Nu zucht en kreunt alles wat leeft zichtbaar onder de droogte. Bladeren die van de bomen af kunnen vallen zijn verdwenen. Overige begroeïing toont dof. De grond is dor droog en gelig. Met enige weemoed denk ik aan het prachtig intense groen dat in Oeganda het hele jaar door te bewonderen is en prachtig afsteekt tegen de rode aarde. Mijn kennismaking met Mpwapwa waar ik het weekend doorbreng, verrast me. Ook gelegen in Dodoma regio.
Rood. Heuvelrijk. Bloemen. Oké, dat laatste is ook nu nog te bewonderen in Dodoma zelf. Soms dankzij irrigatie van de particulier, maar ook op eigen kracht. Prachtig. Een lange wandeling door de heuvels op weg naar het centrum van Mpwapwa kleurt onze voeten zonne-roodbruin. En daar aangekomen wanen we ons in een wild west town. Dat we in Afrika zijn en niet in een gehucht in Amerika merken we natuurlijk snel genoeg. Het is Eid. Suikerfeest voor de moslims. In Tanzania tenminste 33 procent van de bevolking. Afrikaanse mannen gehuld in wit gewaad en dito hoofddeksel wandelen voorbij. Een jongen duwt een traditionele kar volgeladen met jerricans voor hem en de mannen uit. Geen Lucky luck, geen paard.
Op de terugweg passeren we een katholiek kerkje. Twee families hebben zich verenigd. Vooruitlopend op het aanstaand huwelijk van hun zoon en dochter zijn ze bijeen voor de ´give away ceremony´. De vrouwen zingen Swahili liederen. De klanken dwarrelen over de heuvels de vrije verte in. Voor me kijk ik zo ver als mijn ogen me toestaan. Adembenemend. Dit is de vrijheid die Afrika zo rijk en zo mooi maakt. Geen op de vierkante centimeter bepaalde bestemming. Noch op de vierkante meter of hectare. Eindeloze heuvels en vlakten voor me, rode aarde onder me en Afrikaanse zang achter me. Nimefurahi. Een Happy moment! Vaak is het voor mij gewoon ´werken in het buitenland´ maar op momenten als deze realiseer ik me dat het ook bijzonder is om hier te zijn, te werken, te leven, te reizen. Best wel.

maandag 5 oktober 2009

Rustmoment

September was een rustige maand op Waterproef. Voor mijzelf allerminst.
Een bezoek aan Nederland was de voornaamste reden. Een heerlijke reden;)!

Maar, ben weer terug. In Tanzania, en binnenkort ook weer op Waterproef.

dinsdag 1 september 2009

Big Potatoes

Aan de andere kant van de town zijn de huizen groter, de gazonnen breder, en vreemdgenoeg de heggen lager, en hekken zijn veelal afwezig. Nachtwakers zijn er wel. De zogenoemde askari’s passen bij het huis gelijk inventaris. Wat blijkt? Deze andere kant van de stad, zoals vaker gelegen aan de andere kant van het spoor, wordt bewoond door de groten der Dodoma. Regionale en district bestuurders, de rijkeren, de blanken. Politie rijdt er patrouille ’s avonds en in de nacht.
Al maanden staat op het programma dat ik deze prominenten ga ontmoeten. Big potatoes noemt mijn collega hen. Die benaming neem ik graag over. De activiteit was oorspronkelijk opgenomen in mijn introductieprogramma gedurende de eerste maand. Echter, de mannen zijn druk geweest met nog grotere aardappels, te weten het parlement, dat zich 3 x per jaar op zijn ‘straatsburgs’ hier verzamelt. De rest van het jaar brengen de heren door in Dar es Salaam. Aansluitend was er Nane Nane, een nationale feestdag. Oorspronkelijk met name voor de boeren, tegenwoordig een week vol festiviteiten en een groots (en vooral héél wijds) opgezette trade fair. Zo hebben de Dodoma-mannen even geen tijd gehad voor een ‘Brabantse Kriel’. Zelf zit ik er niet op te wachten. Het zal verlopen in lijn met eerdere (Oegandese) ervaring. Met het nodige testosteron en ego’s in de kantoren. Ceremonieel gastenboeken tekenen.
Een interessante en tevens uitdagende grote aardappel-ceremonie woon ik bij op zaterdagavond. Twee personen van onze organisatie zijn uitgenodigd. Ik ga samen met Matilda. De ene Regional commissioner neemt afscheid, de ander wordt geïnstalleerd. Bij aankomst in het (enige) sjiekste hotel in Dodoma tref ik Grote tafels gedekt op het terras. Dacht dat het een receptie zou zijn. Duidelijk niet. Met vrees bekijk ik het programma. Avondvullend en het diner staat gepland om 21.30u. Voor het laatst gegeten om 12u. Oei. Het was ook meer luiïgheid dan wijsheid dat ik aan het einde van de middag niet alvast wat heb gegeten. Ik weet beter, en vrees het ergste. Want programma’s lopen uit, dat gaat vanavond ook gebeuren. Minimaal een uur, aangezien we al een half uur na aanvangstijd arriveren en de ruimte nog niet voor een kwart gevuld is.
Gekleed op de avond draag ik een kleurrijk jurkje. Het weer vraagt om wat warmer materiaal. Het is behoorlijk fris en winderig de laatste dagen. Een extra uitdaging om vlot de avond uit te zitten. Evenals de speeches, allen in Swahili. Al vermaak ik me prima, met de grote variëteit aan sprekers en de dansjes die de districtmedewerkers maken bij het aanbieden van de kado’s. Groots uitgepakt. Kaptafels voor de echtgenotes, een watertank, een traktor, een breedbeeld tv, laptop. De connectie met hun rol en verantwoordelijkheid voor de regio ontgaat me af en toe. Evenals de aankondiging dat het diner zal plaatsvinden pas nadat alle sprekers zijn geweest. Een kleine mutatie in het programma. Het gebeurt weer. Gelijk menig andere ceremonie verwordt deze avond een wedstrijd geduld en honger kweken. Een kleine snack halverwege de avond zou aardig en zeer welkom zijn geweest. Nog geen pinda te vinden. Het is vijf voor twaalf.

maandag 24 augustus 2009

Wondere wereld


Halverwege de Swahili taaltraining heb ik mijn verblijf in Morogoro moeten onderbreken voor een bezoek aan Dar es Salaam. Het resultaat: ontdekking van een interessante medische wereld in Tanzania en tijdelijke zorgen over mijn fysieke gesteldheid. Het begon tijdens een lang vrij weekend in Zanzibar. Een pijn zeurde in mijn rug. De lange busrit en daarop volgende boottrip om er te komen zou de aanleiding geweest kunnen zijn. Een avond lang dansen op Afrikaanse muziek eveneens. Want ook al is het best aardig hoe ik beweeg, volgens omstanders en voor een mzungu (blanke), het lijkt alsof de Tanzaniaanse dames anders gebouwd zijn en daardoor de heupen aanzienlijk soepeler ronddraaien. Een wat stijve rug de dag erna is bij mij soms het resultaat. Echter, deze keer ging het niet over.
Eenmaal gearriveerd in Morogoro wordt de situatie niet beter. Het bed in de convent toont mijn silhouet nog uren nadat ik ben opgestaan. Zou een prima mal zijn voor een standbeeld, maar mijn rug sputtert tegen. Ik overleg met de Nederlandse dokter in Dar es Salaam waar VSO mee samenwerkt en zij raadt mij aan langs te komen.
Aldus begeef ik me weer eens op weg naar een busstation. Deze keer heb ik geen keus en neem ik een bus naar Dar die pas vertrekt als de laatste stoel gevuld is. Bij aankomst in de kliniek vijf uur later worden eerst wat testen gedaan om een chronische ontsteking in de rug uit te sluiten. Met gewenst resultaat. De geplande x-ray moet ik in een nabij gelegen ziekenhuis laten maken. Een taxi brengt mij. Heb even geen zin in gedoe met de dala dala. Deze openbaar vervoer busjes bevatten een beperkt aantal zitplaatsen. Het aantal passagiers is vaak het dubbele. Met veel geluk bemachtig je een zitplaats, al is dat zeldzaam wanneer je halverwege de route instapt. Dan eindig je meestal staand met het hoofd gebogen, de voeten schuifelend op zoek naar een leeg plekje op de vloer en de rug in een kronkel om de reling te bereiken voor het nodige houwvast. Ik vind het in deze situatie uiterst legitiem wat luxer te reizen.
In het ziekenhuis word ik zelfs zonder afspraak direct geholpen. Dat ik toch de nodige tijd wachtend doorbreng voordat de foto’s daadwerkelijk gemaakt worden, zou me niet moeten verbazen. T.I.T. zeggen ze hier, This Is Tanzania. Vrije verbastering van het bekendere T.I.A. uit de film ‘Blood diamonds’. Waarop ik precies wacht, is mij een raadsel. “Hamnashida”, zegt de dame, “no problem, sooner or later they will help you”. Ik moet de keer nog meemaken dat het dan sooner wordt in plaats van later... Leuke middag besteding.
Interessanter wordt het wanneer ik de volgende dag de omgekeerde route afleg. Ik moet eerst de x-ray foto’s inclusief analyse van de specialist ophalen bij het ziekenhuis om deze vervolgens zelf bij het gezondheidscentrum af te leveren. Een paar uur later ontvang ik per telefoon de diagnose. Nog geen dertig uur nadat het proces startte. Verrassend sooner dan in Nederland het geval zou zijn geweest.

zondag 9 augustus 2009

Wat een dag


Hard hondengeblaf vult de ruimte in de verlaten straten. Het is vier uur ’s nachts. Een koor aan grote en kleine bewakers klinkt alert en vijandig. Het geluid dempt even. Maar niet voor lang. Een buur keffertje blaft fel. Hij zet de toon weer. De andere honden volgen. Ze bevinden zich buiten. In de omliggende kleine tuinen en in onze eigen compound. Voor het eerst ‘heb’ ik ook een hond. Samen met Babu is hij onze bewaker. Blij was ik niet met dit gegeven, hoe welkom zijn diensten ook zijn. Ik geloof niet dat ik ooit het punt heb bereikt dat ik mijzelf een hondenvriend kan noemen. Maar we coëxisteren. Prima.
De veroorzaker van de nachtelijke herrie probeert een deur te openen. Om andermans huis te betreden. Het geluid houdt aan. Echt slapen lukt me niet meer. Ik vraag me af wie nog meer wakker ligt. Het is niet het tijdstip om naar buiten te gaan en de situatie te bekijken. Dat zullen de buren ook denken. De inbreker kan onverstoorbaar doorgaan. Zijn actie klinkt mij zinloos in de oren. De deuren zijn goed afgesloten en hebben vaak een ijzeren hekwerk ervoor. Zijn gemorrel zal geen verschil maken.
Als ik even later wakker word van Babu die de zandgrond op de werkplaats achter mijn huis aanveegt, is het half zeven. Toch nog even in slaap gevallen. Wat slaapdronken wandel ik naar de badkamer om de boiler aan te zetten. Drie kwartier later is het water warm en douch ik de onrustige nacht weg. Tijd voor ontbijt heb ik weer eens niet. Ik wil op tijd op het werk verschijnen. Nauwelijks geïnstalleerd vertrekt Augustino ‘to fill the hole in his body’. Ik ga mee. Hij eet pittig gepeperde gekookte geit met chiapati. Ik eet alleen die Indiaase pannenkoek. Ik bewaar mijn appetite liever voor de lunch. Veruit favoriet is de gegrilde hele vis met rijst, bonen en spinazie om de hoek bij kantoor. Vandaag lunch ik er met Nelson. Hij is de regional representative namens VSO. Nu nog. Ik ga het op zijn verzoek overnemen en in de overdrachtsperiode bereiden we samen de volgende bijeenkomst voor. Alle volunteers uit de regio komen naar Dodoma. Voor informatie overdracht, een inhoudelijke sessie over een werkgerelateerd onderwerp, het delen van ervaringen en natuurlijk ook gewoon en vooral voor de gezelligheid.
De middag spendeer ik met Nassari. Samen werken we aan een fundraising proposal. Ook check ik mijn mail nog even. In een internet café. De internetconnectie op kantoor is ‘afgesloten’ nadat de maandelijkse rekening de hoogte van mijn maandsalaris dreigde te bereiken onder andere door privé gebruik in het weekend. Eenmaal in town doe ik meteen even wat boodschappen bij de supermarkt. Klein als deze is, kan ik precies kopen wat ik nodig heb. De wensenlijst is bescheiden. Een verjaardagsetentje van een bekende bij de Pizzaria volgt. Laat wordt het niet. In Dodoma doven de lichten voor twaalven. Op deze doordeweekse dag. Zomaar een dag.

zaterdag 1 augustus 2009

Bij de nonnen


Eindelijk is het zover. Ik ben in Morogoro voor de beginnerscursus Swahili samen met de nieuwe groep VSO volunteers die naar Tanzania zijn gekomen om hier te werken. Dagen aaneengesloten verblijf ik in een ‘convent’ voor deze taaltraining. De brug naar Vucht is snel geslagen. Deze keer worden de trainingen verzorgd door Benji en zijn gevolg. De nonnen zijn onze gastvrouwen. Lief, vrolijk en verwelkomend. Gezegend met een brede warme lach. Goede koks ook, en geduldige oefenmaatjes. Net als alle jongens die er werken. Oefenen is wel op zijn plaats. Als je niet oppast, struikel je over de tutatuta’s en titikitikiti’s. Soms voelt het als kindertaal... kaka = broer, dada = zus, baba = vader. Maar zo eenvoudig is het niet.
Cultuur is ook onderdeel van het programma. Niet alleen via informatie overdracht. We acteren, koken en zingen. De opdracht om een van de nationale liederen te rappen en de groep te leiden lach ik snel weg. Aardig idee, maar de uitvoering laat ik liever aan anderen over. Twintig man sterk zingen we samen. En het geeft energie, klinkt goed. Althans zo komt het mijn oren binnen. Weet niet of mijn buren hetzelfde denken.
Zo zingen, brabbelen en lachen we wat af. En drinken we ‘s avonds een biertje of doen we een spelletje. En de volgende dag staan we fris weer op, al is het steeds iets minder scherp. Met een hoofd voller en voller. Gevuld met Swahili woordjes, zelfstandig naamwoord categoriën, grammatica regels en uitzonderigen. Véél uitzonderingen.
Swahili is gezegd makkelijk te zijn. Maar het is ook héél veel. De logica moet je soms ver zoeken. In Arabië-land en Engeland met name. Het concept tijd is illustratief. Het etmaal wordt strak in vijfen opgedeeld. Met scherpe scheidingen tot op de minuut. Een uur voor de ochtend begint wordt specifiek benoemd. De ochtend zelf duurt zes uur. De middag drie. De avond begint lekker vroeg om drie uur ’s middags en dan volgt een hele lange nacht. Geïntrigreerd en nieuwsgierig naar achterliggende motivatie vraag ik om uitleg. Arabische invloeden. Het uur in de ochtendgloren bijvoorbeeld wordt gevuld met bidden. Zo nauw delen wij onze dagen niet eens! En zo nauwgezet leven ze hier de uren niet. Grappig. Wij houden de tijd bij, en de Afrikanen hebben de tijd.
De zondag die ons verblijf in tweeën deelt, is deze keer geen rustdag maar klimdag. We gaan de nabij gelegen berg beklimmen die de omgeving wondermooi maakt. Ik kamp helaas met een nare rugpijn en lig noodgedwongen aan de voet van die prachtige gigant op een zonnebedje aan een fris blauw zwembad, behorend bij het meest sjieke hotel van Morogoro. De berg troont achter het hotel de hoogte in. Daar gaan ze, de medestudenten - volunteers van VSO. En hier genieten Renee en ik. Zij is een nieuwe aanwinst voor onze VSO groep in Dodoma. We leren elkaar die middag aan dat zwembad beter kennen. De rest van de week delen we ook een kamer. En de komende maanden ‘ons dorp’.

dinsdag 28 juli 2009

Net wa'k wilde


Saba saba. Zeven zeven. 7 Juli. Een nationale feestdag in Tanzania. En een goede gelegenheid om het leven buiten Dodoma op te zoeken. Samen met Kristina keek ik al even uit naar het lange weekend dat deze vrije dag oplevert. Met het opnemen van één vrije dag hebben we vier dagen vrij. Meneer Halla, directeur van Mamado, reageerde zo flexibel als hij is: “Feel free. Sometimes you work on Saturdays, Sundays or evenings. Just compensate. You don’t have to take a day off. Work and go wherever you think you have to go.” Mijn vakantiedagen blijven beschikbaar voor beoogde reizen naar Nederland en Oeganda. Hallelujah!
De ontwikkelingen op het werk die zich voordeden de afgelopen tijd, waren een goede stimulans de geest inderdaad eens te verruimen en elders in dit gigantische land te ontspannen. Opties volop. In de top drie: Arusha, Iringa, Zanzibar. Allen zo’n 10 uur reizen verwijderd van onze woonplaats. Een mooie kans nieuwe plaatsen te ontdekken. Of om bekende en heerlijke strandomgeving op te zoeken. Aldus bevind ik mij op deze zaterdag wederom op de boot naar Zanzibar...Vakantiegevoel gegarandeerd vanaf moment van aankomst! Prachtige touroperator slogan.
De dag starte onaangenaam vroeg. Om 6u met de bus mee. Je moet wel wat over hebben voor palmstranden en groenblauwe zee. Dat vergeten ze in de flyer vaak te vermelden, maar in dit geval wisten we er alles van. Twee dagen reizen voor twee dagen ontspanning en drie avonden plezier. In Stonetown werkelijk een verschil tussen dag en nacht. Pole pole dagen in de zon en ritmische klanken bij (volle) maan. Een overeenkomst: geen plannen, just go with the flow...We worden opgehaald bij de ferry door een zanzibarian friend. Wat een welkome verrassing. We zijn inmiddels al 12 uur onderweg, die lift kunnen we wel gebruiken. En het blijkt de eerste in een rij van vele onverwachte gebeurtenissen. Zo drink ik een drankje met Duitse vriend uit Dodoma en geniet ik van reaggae klanken van Nederlandse multi-culti band, met Giovanca als side-kick op zaterdagavond. Een goed, verrassend begin.
Tijdens een kopje koffie de volgende dag komt een Bosschenaar aanwaaien. Het begin van twee dagen vol ‘leut’. Samen met de Zanzibarian, Kristina en mijn Brabantse stamgenoot vertrekken we naar een nabijgelegen strand. Onder het genot van een biertje en met uitzicht op zee, mangroves en een authentieke dhow hebben we niets meer te wensen. ‘Net wa’k wilde’, besluiten de Bosschenaar en ik. Het wordt al snel donker. Jammer. Maar de avond wacht. En die kunnen aardig lang zijn, niet alleen in Brabant.
De menukaart in het restaurant in Stonetown ziet er veelbelovend uit. Allerlei vissoorten bevolken het menu. Daar blijft het bij. De volle maan helpt de vissen de vissers te ontwijken. Zo blijft de koeling leeg. Dus gaan we voor de vegetarische optie, ook een goede basis voor de dansoefening later op de avond.
De volgende dag eindigen we op een verjaardagsfeestje. Van harte welkom geheten door maasai, rasta’s en de jarige dochter van de café-eigenaar. De drumbeats zijn wederom aanstekelijk. Het blijft nog lang gezellig.

dinsdag 21 juli 2009

Moedig besluit


De eerste indruk van de werksituatie in Dodoma was zoals verwacht. Veel ontwikkelingen, dynamisch. Een van de projecten verloopt helaas niet goed. Daarom vertrekken we vier man sterk naar Kongwa, alwaar de Italiaanse partner in het project haar onderkomen heeft. Onderweg naar de bespreking van het jaar. De uitkomst van deze sessie zal bepalen of mijn werkgever deel blijft nemen in het partnership met haar Italiaanse partner, of niet. Het salaris van drie collega's wordt gefinancierd uit de fondsen voor dit project. Als het project stopt, zullen zij geen salaris en slechts beperkte werkzaamheden hebben. Ter voorbereiding op dit gesprek hebben we alle mogelijke opties naast elkaar gelegd. Ik heb een goed gevoel over het voorstel dat we straks gaan neerleggen. Benieuwd hoe de Italianen deze suggestie en ons gaan ontvangen.
Deze keer gaan we op tijd arriveren. Voor de eerste keer. Nog tien minuten rijden en dan zijn we er. We passeren inmiddels droge vlakten die, zo herinner ik me, er in Februari een stuk groener uitzagen. Vlak voordat we de rode hoofdweg gaan verlaten, wenkt een man ons. Naast hem een auto en nog wat mannen. We zullen weer in oude routine vervallen, te laat komen dus. Want natuurlijk parkeert onze chauffeur de auto in de berm. De auto heeft een lekke band maar geen krik. Wij wel. Chauffeur kruipt onder de kar en samen met een ander krikt hij de wagen omhoog. Het gaat verrassend snel, maar toch verliezen we zo’n minuut of tien. Naastendiensten voorop. In deze verlaten einden zou je zelf ook geholpen willen worden. Dus, zoals altijd, verwelkomen de Italianen ons iets later dan gepland.
Lichtelijk gespannen maar vooral verheugd wacht ik op de directeur en zijn introductie van de oplossing. Eerst ontvouwt zich een kleine competitie in wij-hebben-niet-goed-gepresteerd-maar-jullie-voldeden-ook-niet-altijd-aan-de-afspraken. Ruggen recht, imago is in het spel. Oké klaar, dat is geweest. Hup nu zaken doen. Maar het blijft stil aan onze zijde. De Italianen spreken ferme woorden. Zeldzaam in Tanzania. Dat landt hier niet in zachte aarde. De oplossing lijkt de ontstane ruwe grond niet te kunnen passeren. Mijn collega’s spraken eerder al over het gebrek aan ‘amicality’ in het partnership. En als iets belangrijk is hier, is dat het wel.
Onze directeur geeft aan dat de organisatie niet kan voldoen aan de strenge eisen in het partnership en hij daarom overweegt het te beëindigen. Ik snap zijn beweegredenen. De medewerkers zijn ook nodig om de jonge organisatie zelf te ontwikkelen en dat past niet samen. Hoe dat dan zal gaan als er geen geld meer is, is een nieuwe kopzorg. De hoofdpijn die dit taaie project opleverde, zal zo over zijn. De oplossing ziet vandaag het daglicht niet. Achttien maanden samenwerking zijn gepasseerd. Twee zwangerschappen lang is het niet gelukt om een team te worden. Hoe voldragen kan een schepping zijn?! De combinatie is waarschijnlijk niet goed opgezet om te kunnen slagen. Nu lijkt het over.
En dan is het uit. En zal het de komende tijd leger en rustiger zijn op kantoor.

donderdag 9 juli 2009

Gewend & wel


Zo'n zes weken geleden arriveerde ik in Dodoma. Opgevangen door Augustino, een collega. Ziet eruit zoals je een Afrikaan zou tekenen. Een rond gezicht, grote donkere kijkers, lange gekrulde wimpers, volle lippen en neusgaten intrigerend groot. Klinkt misschien politiek wat incorrect, maar zoals ik eerder geleerd heb, is het hier heel normaal mensen op hun uiterlijk te beschrijven zonder daarin beoordelend te zijn. Het olijke gezicht van een vrolijke jongen. Een geweldige collega, weet ik inmiddels. En slim ook. Vandaag had ik een bespreking met alle collegae. De reden was helaas niet zo positief. Een van de projecten waarin MAMADO meewerkt, verloopt niet zo goed. Dat was schrikken, voor mij. Het project zorgt er voor dat tenminste de helft van de salarissen betaald kunnen worden. Mijn collega’s bloosden er niet meer om. Opmerkingen over eerder genoemde beoordeling raakten hen ogenschijnlijk evenmin. Zou toch enorm vervelend zijn als je hierdoor je baan zou verliezen denk ik dan. Augustino had wijze woorden. Een aantal anderen later ook. Gelukkig! Ik mag ze vervolgens uit gaan werken. Dit weekend. Deze week was het duidelijk afgelopen met mijn nogal Afrikaanse inwerkperiode. Had zelfs een keer een afspraak om half acht op kantoor. In Nederland draai ik me dan minstens nog een paar keer om, als de wekker al is gegaan. Ik hoop dat deze vroege aanvang geen gewoonte wordt, in ieder geval niet voor mij. De routine op het werk na de vroege aankomst overtuigt mij ook nog niet van deelname in dit ritueel. Want vlak na aankomst verdwijnen alle collega’s om ontbijt te nuttigen. Dat heb ik dan in mijn haast om op tijd op kantoor te zijn al snel gedaan. Gewerkt wordt er dus niet voor 9u. En dan zit ik daar in mijn eentje nog wat slaperig maar met gevulde maag.
In de inwerkperiode ben ik ook twee keer in Dar es Salaam geweest. Leuke afwisseling, maar ook broeïerig warm, al is het ‘winter’ nu. Oké, de fan hoeft ’s nachts niet altijd aan, maar een laken is nog steeds meer voor de vorm en een deken hoeft zeker niet. Dodoma is minder warm, hier koelt het voldoende af om lekker onder de deken te kruipen. Nog steeds behoorlijk symbolisch, maar het is net wat fijner. Eigenlijk net zo als in Ntungamo (Oeganda). Dodoma is een echte missionarissen stad, dat merk je als je plannen maakt voor een dag of avondje uit. Discussieavonden, kerkbezoek of koorzang zijn veel gehoorde redenen om niet mee te gaan. Maar dan is Kristina daar. Deze buurvrouw uit Litouwen woont in de straat achter mij. Ik waan me weer in Boxtel, via de achterdeur even ‘binnenwippen’ voor een bakkie. En deze blonde dame is geregeld aanstichtster voor een bezoek aan plaatselijk café of restaurant. Want wat uitgaan betreft is het eenzijdig, geen museum, geen theater, geen bioscoop, geen mooi natuurpark nabij. Spelletjes thuis, midgetgolf bij de italiaan, poolbiljart anywhere of de discussieavond zijn de opties. Daar zijn we nog niet aan toegekomen...

zaterdag 27 juni 2009

Dertig straatjochies


Een man steekt over. Fiets aan de hand. Een paar kratjes wiebelen op de bagagedrager. Dwars over het voetbalveld dat we hebben aangelegd loopt een strookje zand. Het leek mij vooral een handig gekozen middenlijn toen we de tassen en shirtjes als doelpalen neerlegden. Het blijkt ook een pad dat leidt naar een partytent verderop. Heerlijke afrikaanse deuntjes klinken uit de bombastische luidsprekers. Drank is onderweg. Het feestgezelschap vast ook. Geen van mijn medespelers of tegenstanders is verbaasd over de tweewielige inbreker. Het spel gaat gewoon door. Mooi zo. Wij zijn in de aanval.
Terwijl ik met Nieuw-Zeelander Callum de met roze doeken versierde tent bewonderde en grappen maakte over de uitgebreide speeches die vast en zeker zouden volgen, zijn de teams samengesteld. Tien jongens zijn aan de kant gezet. Gemist hoe de selectie is gegaan. Neem aan dat ze later tegen winnaar nummer één hun opwachting maken. Hoe kan ik ooit onthouden met wie ik speel?! We zijn niet op kleur geselecteerd. Noch van onze shirts, noch van onze huid. Gelukkig ook niet op geslacht. Ben de enige vrouwelijke deelnemer temidden van de twintig overgebleven straatkinderen en twee mzungu (witte) mannen. Ter onderscheid trekken onze 10 tegenstanders hun shirts uit. Wij houden ze aan. Voor de hand liggende grapjes worden slechts door de kiwi en Duitse Felix gemaakt. Een vrouw in sporttenue op het veld is voor de Tanzanianen al gek genoeg.
De ingezette aanval strand ver achter de denkbeeldige achterlijn. Onder fanatiek protest van de dribbelaar. Het doel uit het oog verloren speelt hij nog even door. Mijn team lijkt steeds kleiner te worden. Onblote bovenlichamen snellen mij voorbij. Zweet spettert door de lucht, ongewassen hardewerkers geuren achterlatend. Het is warm. Een slipper vliegt de bal achterna. Hij heeft er nog een. Een aantal maatjes rent zelfs blootvoets. Aarzelend meng ik me in de massa. Ik zou me kunnen verschuilen achter de smoes niet vol door te willen trappen vanwege de onbeschermde voeten die ik tref. Maar ben onder de indruk van de passie en kracht die ik op het veld tref. En manouvreer wat onwennig over het hobbelige veld, met mijn niet op voetbal getrainde benen.
Energie en enthousiasme wint het van alle tactische pogingen het balletje rond te spelen. Veertig benen rennen achter de bal aan. Van voor naar achter, van links naar rechts. Met zijn allen tegelijk. Ik word vrolijk van deze samba en pak de camera erbij. Ineens lijkt de bal niet meer zo belangrijk. Donkere ogen verdringen zich voor de lens. De jongens stoer poserend, handen in de lucht, in de zij, om de buurman zijn schouders.
De wedstrijd gaat door. We spelen al ruim een uur, zonder pauze. Callum verlaat als eerste officieel het hoge, droge en stugge gras. En daarmee eindigt de wedstrijd en ruimen we het veld op. Tijd voor de teamfoto. Tomorrow tomorrow, juichen ze. Ja hoor, doe nog wel een keer mee. Een volgende ´morgen´.

vrijdag 19 juni 2009

Leerzaam veldbezoek


Een vergadering buiten, op een paar schoolbankjes, onder een afrikaanse boom. Lemen hutten her en der verspreid. Mannen in oversized hemden, autobanden-slippers aan de voeten. Vrouwen in doeken gehuld, sommigen met kind op de rug, of aan de borst. Urenlang wachten totdat de genodigden zich verzamelen. Zo cliché als het waar is. Nog steeds. Zo ook vandaag.
Samen met een Tanzaniaanse medewerker van de Nederlandse organisatie SNV en een Italiaanse dame van LVIA zijn we met drie Mamado-man sterk in Mugano. Hier treffen we vandaag de village government om te praten over de aanleg van latrines (staantoilletten) volgens een micro-financiering systematiek. De huishoudens zullen uiteindelijk zelf de kosten voor hun toilet dragen, via een aflossingstermijn van 6 maanden. Totale kosten 18 euro, exclusief mankracht, water en aarde. De meesten hebben momenteel geen toilet. In totaal zijn 45 mensen uitgenodigd. Bij aankomst verzamelen we in het gemeenschapshuis. Een nogal klein gebouw voor dat aantal mensen. Donker en vooral erg leeg. De genodigden laten nog even op zich wachten. Collega Matilda vertelt: “they will start coming now. They first wait until our cars arrive before moving.” Daarom zijn wij in alle vroegte vertrokken om hier om 9u aanwezig te zijn. Storm loopt het nog niet. Waarschijnlijk zijn ze nog niet klaar met het bewerken van hun stukje land of het halen van water, hoor ik. Zo´n tien man en een uur later wordt besloten de vergadering buiten te houden. Dus de bankjes naar buiten. Onder de boom. Ik word wat ongerust wanneer mij uitgelegd wordt dat de vergadering pas officieel geopend zal worden als voldoende mensen aanwezig zijn. De voorzitter van het dorpsbestuur zal beslissen, tenminste de helft van de genodigden dient toch zeker present te zijn. Stevig zitvlees is geen overbodige luxe vandaag. Ik ´oefen´ nog maar even op de (drie) Swahili woorden waarmee ik me dadelijk zal voorstellen. De voorzitter lijkt coulant. Twintig dorpsbewoners hebben zich gemeld, we beginnen. Het is inmiddels 12 uur en de zon brandt vanuit de hoogte recht in mijn gezicht. Twee uur lang observeer ik wat er gebeurt. Veel Swahili woorden en geregeld intermezzo´s om de aanwezigen alert te houden. Zogenaamde energizers. De daarop volgende stemmingsronde heeft meer impact op mijn energieniveau. De aanwezigen kiezen wie ze in de uitvoeringscommissie willen hebben. Eerst wordt gezamenlijk een lijst met voorwaarden vastgesteld waaraan de leden moeten voldoen: kunnen lezen & schrijven, niet dronken, veel in het dorp aanwezig, mentaal fit, open voor development, bereid om vrijwillger te zijn, betrouwbaar en tolerant. Uniek beeld verschijnt voor me. Alle aanwezigen zitten met het hoofd voorover gebogen terwijl één hand het gezicht bedekt. Een aantal steekt de andere hand de lucht in. Die zijn vóór deelname van betreffend persoon. Wat gebeurt hier? Een blinde stemming. Al zie ik een enkeling door de vingers glurend gniffelen wanneer bij de stemming voor een volgende kandidaat de meeste handen omlaag blijven. Ik gniffel gezellig mee.

woensdag 10 juni 2009

Aangenaam


De telefoon gaat over. Het is zaterdagochtend half tien. Vroeg nog, wat mij betreft. Ik overweeg net of ik zal opstaan of dat ik me nog een keertje zal omdraaien. Ik heb vandaag een afspraak met Nassari van Mamado om de workshop van aanstaande maandag door te spreken. Maar dat zal pas over een paar uur beginnen, op een nader te bepalen tijdstip. Augustino, een van mijn andere collega´s aan de andere kant van de lijn. “Hej Fouwka, are you at home?” “Yes, I am”, antwoord ik met een stem waar de nacht nog in doorklinkt, al doe ik mijn best wakker over te komen. “Okay I will be at your place in 5 minutes.” “ But I….” Tuut, tuut, tuut. Opgehangen. Terugbellen heeft geen resultaat. Nou zeg. Hij zit waarschijnlijk in zijn auto, waarin hij als beginnende chauffeur alle aandacht nodig heeft voor het verkeer, de tegenliggers en de kuilen in de weg. Ik heb al een paar keer bij hem in de auto mogen zitten. En ik kan je vertellen, dat is een groot avontuur.
Augustino heeft zich over mij ontfermt deze eerste dagen in Dodoma. Ik begrijp alleen niet waarom hij mij nu zo vroeg komt opzoeken. Voor zover ik weet, speelt hij geen rol in mijn programma van vandaag. Begrijp wel dat ik moet opschieten. Onwaarschijnlijk volgens schema, zit hij 5 minuten later aan mijn keukentafel. “So when are you going to meet Nassari?” “Well I thought around midday.” Zo zitten we een tijdje samen, ons af te vragen hoelaat Nassari en ik elkaar gaan treffen, en concludeert hij dat het verstandig is als ik eerst even mijn ontbijt nuttig en hij beter kan gaan... Right. Vanwaar die haast zo in de vroege zaterdagochtend? Zoveel minuten als ik normaal wachtend op Augustino doorbreng, zo weinig krijg ik er vannochtend. Mijn programma wel volledig in de war. Ik zou met mijn nieuw verworven vriendinnen die om de hoek wonen, wat inkopen gaan doen in town, maar twijfel nu of dat wel past in de ogenschijnlijk verschuivende planning. Twee totaal verschillende dames die samen werken en wonen. Net zoals ik in area C. Dodoma is verdeeld in area´s. De onze ligt vanuit het centrum van de stad gezien aan de andere kant van de airstrip.
Een gebied waar Tanzanianen en buitenlanders gezellig dicht bij en door elkaar heen wonen. Twee andere volunteers van vso wonen vlakbij in aangrenzend area D. Het lijkt een gebied in opkomst. Zo hebben we Rosegarden, de lokale bar. En een recentelijk geopende Italiaan, met midgetgolf (verrassend), aan de voet van de Lion Rock, vanwaar de vlakten rondom Dodoma town zich uitstrekken tot zover het oog reikt.
Na overleg met Nassari vroeg in de middag heb ik weer grip op mijn dag. Samen met de buurdames en nog versere bekenden sluit ik de dag af met een welverdiende pizza en een best aardige witte wijn. Zo lust ik er nog wel een. Aangenaam kennis te maken Dodoma, Augustino...

dinsdag 2 juni 2009

Even stil

Amper 10 minuten in de Scandanavia bus gezeten, komt de conducteur met een klein pakje met 6 glucosekoekjes. Vast een welkome oppepper voor later. Een flesje water volgt. We krijgen zelfs een karton mangosap. Wat een verrassing. Op mijn reis van Dar es Salaam naar Dodoma. Ik bevind me niet alleen in de zogekwalificeerde veiligste buslijn van Tanzania. Het blijkt ook een verdomd luxe. Passende slogan, ´Princess Class´. Ze hebben er nog een, ‘in God we trust’.
De reis duurt zes uur. We passeren halverwege Morogoro. Ik denk terug aan mijn gesprek met Tim Cook de dag ervoor. Programma manager bij VSO Tanzania voor Secure Livelyhoods, waar mijn project ook onder valt. Hij maakt veel tijd vrij. Ik geef hem de t-shirts van het partnership tussen Randstad & VSO. Achterop onze slogan ´imagine what we can do together´. Zo bespreken we het project. En mijn werkzaamheden voor de adviescouncil. Positief. Hij is voor voortzetting van de eerder besproken plannen. Nu concreet maken. Praktisch invullen. En aansluiten op wat reeds bestaat.
Ook praten we over Saskia, de Nederlandse die op koninginnedag in Dodoma op haar fiets is aangereden en aan de gevolgen is overleden. Het heeft mij diep geraakt en flink bezig gehouden de afgelopen weken. Misschien ook omdat ik haar in Februari tijdens mijn orientatie heb ontmoet. Prachtige dame. Wij zouden elkaar nu weer treffen. Ik slik opkomende tranen met veel woorden weg. Zo blijven er niet veel over. Al denk ik ze wel. De onherroepelijkheid van deze abrupte en kwetsbare gebeurtenis. De overeenkomst, van een Nederlandse met een fiets in Dodoma. Het sterke besef hoe waardevol en veelbetekenend mijn familie & vrienden voor mij zijn: voelsprieten die vlak voor een dergelijk vertrek toch al overuren maken. En daar is de glimlach weer. Als ik denk aan die sprieten en welke mooie momenten ze hebben opgezogen, hihi. Energy boosters, ´in da pocket´.
De conducteur-steward haalt me terug naar mijn zetel 28. Hij deelt momenteel servetten uit. Kan ik wel een gebruiken. Mijn handen vet van het geroosterde rundvlees dat ik zojuist heb gegeten. Een snackje erbij. Karin had me al een geweldig lunchpakket meegegeven. Muziekapparaatje speelt weer eens Hallelujah. Ik probeer de toon te verzetten en de gesproken Swahili cursus te vinden. Geen idee waar het is. Gelukkig heeft Tim wat Swahili lessen toegezegd. Hoop snel de beginselen te leren.
Uitgestrekte vlakten laten we links liggen. Slechts af en toe een dorp. Hier en daar Baobab bomen. Een huis. Enkele hutten. Een paar mensen. Wat dieren. Onvoorstelbaar veel ruimte! Een enkele berg in de heiige verte geeft de horizon nog enig reliëf. De eerste contouren van Dodoma komen in zicht. Ik voel me raar. Mijn hart staat even stil bij wat een aantal weken geleden is gebeurd. Bij wat de stad sindsdien heeft doorgemaakt. Ik kan mijn project hier niet starten zonder in gedachten eerst bij Saskia te zijn. En stil te zijn, zoals ik nu even ben.

donderdag 28 mei 2009

Room zero


Een week geleden sloot ik het weekend af in Boxtels bruin café Beceloth in aangenaam gezelschap. Nu een week later is de situatieschets compleet anders. Deze zondagavond bevind ik mij op het strandterras van café-restaurant Livingstone in Stowntown op Zanzibar. Lastig gevallen door een nogal onaangenaam persoon. Net nadat ik afscheid heb genomen van een aantal blanke medemensen met wie ik op het terras een drankje had gedeeld.
Ik heb behoefte aan wat tijd voor mezelf. Mijn vakantieweekend loopt ten einde. Het is tijd dat ik me ga voorbereiden op de week die komen gaat. Besprekingen bij VSO, de reis naar Dodoma en de start van het project. En die ruimte ontbrak volledig in het anglofone spervuur aan - have you been, it was sooooooo great, an Aaawesome experience - reizigers jargon.
Aldus zit ik net een paar minuten met mijn laptopje op schoot, wanneer een kleine dunne man mij commandeert naar hem toe te komen. Zijn ogen fel, rood. Van de drank of andere middelen lijkt me. Zijn gezicht eenzelfde rode tint. Al verbergt dit de grijze rookhuid amper. Hij komt nogal abrupt naar me toe wanneer ik een halfuur later nog steeds op mijn stoel zit. Onbekend met de manier waarop deze persoon communiceert, voel ik me niet op mijn gemak. En vraag me vertwijfeld af hoe iemand zo zonder enige blijk van empathie, vraagstelling, of milimeter glimlach kan zijn. In mijn verbeelding gelijkt hij een slechte koloniale krijgsheer. Nooit geleerd, of in de tijd afgeleerd, om als een mens met mensen om te gaan.
Tijd om op te breken. Ik zet stappen langs het Mercuri huis. "Hakuna matata, Mambo." Rasta groet mij. "Poa." Aardig wat jongens hangen rond op de verder verlaten straten. In het Flamengo Guesthouse krijg ik de sleutel met op het label nummer 0. Ik stap naar binnen. Volg de kamernummers. Ze lopen op. En toch ga ik de richting op die mij is gewezen. 18 kamers later en drie verdiepingen hoger arriveer ik op het dakterras arriveer. In allerlei tinten wit-gekleurde lakens wapperen mij toe. Drie tafels met stoelen lui er tegenaan leunend rusten na een lange zwoele dag. Het blijkt het open vertrek te zijn waar in de ochtend ontbijt wordt geserveerd. In de hoek achter een dikke pilaar tref ik een deur met een goudkleurige 0. Stevig vast gespijkerd. Ik ben gearriveerd. Room zero. Mijn basiskamp waar ik me kan voorbereiden. De week die de volgende dag begint met een boottocht naar het vaste land is zo geprepareerd. Ik merk dat ik toch het nodige te doen heb. Juist voor de langere periode die komen gaat. De landing vorige week was zacht. Hoe kan het ook anders als de landingsbaan een blauw-wit gestreept zonnebedje is. Nu realiseer ik me dat die landing niet volledig was. En dat een stukje van mij nog ergens in de Nederlandse wolken hangt.

zaterdag 23 mei 2009

Onderweg naar zee

Karin wijst me de weg. Eerst een dala dala (matatu in oeganda) en dan overstappen op een babytaxi. B.A.B.Y.T.A.X.I. Zolang ik geen beter woord er voor ken, zal ik het gebruiken. Maar hoop toch snel een exotischere benaming te ontdekken. Qua uiterlijk lijkt het op een tuk-tuk. Dat is geen vervanging die uitnodigt en de associatie met droge kaaskoekjes evenmin. Maar dan weten we tenminste waar we het over hebben.
Eentje stopt voor mijn neus. Hij praat en gebaart me wat in Swahili en ik begrijp dat ik moet blijven zitten, terwijl hij aan de achterkant gaat sleutelen. Veel heeft het niet geholpen want bij het eerste heuveltje slaat ie af, gelukkig sukkelen we nog net de top over en glijden we naar beneden (en doen de remmen het wel). Nog een keer opstarten. Vooruit ben de beroerste niet, wil hem best een kans geven. Maar het klinkt niet best. Hard kabaal. In mijn beperkte motorkennis vermoed ik een op handen zijnde ontploffing. Ik heb dan vroeger veel brommers mogen kieken (mijn tweelingbroer had een omvangrijke brommerhobby), maar ben er niet helemaal zeker van. Voor de zekerheid stap ik toch over op de eerstvolgende babytaxi die ik op de nabij gelegen rotonde tref. Daarbij volledig de pikorde onder de babytaxichauffeurs over het hoofd ziend.
Babytaxichauffeurnummereen in het rijtje komt zoevend op ons afgereden. Aangezien mijn Swahili nog niet verder gaat dan mijn ´jo parlo poco italiano´ in het italiaans, ontgaat me welke woorden gewisseld worden. Nummer een rijdt de afrit dicht, zodat wij de rotonde niet kunnen verlaten. Mijn chauffeur lijkt niet onder de indruk en zo ´tukken´ wij gewoon nog een rondje op de rotonde. Terwijl numero uno een lus maakt in een poging ons nog eens af te snijden, schiet de mijne zijn ferrarirode mobiel handig tussen dat andere karretje en de stoeprand door. Ziezo, die strijd gewonnen. We zetten onze reis door richting zee. Even verdenk ik Fransje (Bauer) ervan zijn wereldbeeld te willen vergroten en hier ergens tussen de struiken te liggen met ´zijn´ (wijlen) verborgen camera. Het had ook een scene kunnen zijn in een tijdloze slapstick. Maar het is het beide niet. Het is real life. Het echte Afrikaanse leven. Charme, verbazing en verwondering ineen. Frustratie maakt dat kwartet compleet, alleen heb ik daar nu geen last van. Go Schumi, go!

woensdag 20 mei 2009

Reis van Roos


Roos kan mee. Daar gaan we. Zwaaiend naar de achterblijvers. Voorbij de douane. Een rolkoffertje, rugzak, see-buy-fly tasje vol met tijdschriften, nog snel even aangeschafte batterijen, een jas. Mijn handen overvol. Roos komt af en toe in de verdrukking, maar ik houd haar in de gaten. Verder niemand die op roos let. In Nederland dan. Een voet op Engelse bodem waar ik ben om over te stappen op de vlucht naar Dar maakt een wereld van verschil. Ook al zijn we buren met enkel een watertje ertussen. Die heerlijke Engelse humor... “You shouldn´t have”. Erm what do you mean? zeg ik (blijkbaar iets te lang niet in UK geweest). “That rose dear”. Hihi oja. “Is that mine?”…Maybe… “Thank you love”…”Did you bring it for me?”…”Is that mine (duidelijk favoriet)?”… Of, “is that yours (de ene steward tegen de andere)?” en menig variatie op hetzelfde, een homogeen gevoel voor humor.
En toen kwam de bagageband... “Ladies & gents please pay attention. Operation Rose. Be careful. Attention!” Alle uniformen in de omgeving van de band worden betrokken in het project. Met grote smile loop ik vervolgens een restaurantje binnen ter overbrugging van de tijd tot het vliegtuid vertrekt naar Dar. Eerst het zelfde verwelkomende riedeltje natuurlijk (“ Is it....”), waarna ik mij in een hoekje vestig. En dan gaat het bijna mis. Mijn hart maakt even een reuzesprong wanneer ik denk dat ik me heb vergist in de tijd en een uur te laat ben voor de aansluiting. Ik realiseer me dat het nog kan. Verhit sprint ik naar de gate (met een rolkoffertje, rugzak, see-buy-fly tasje vol met tijdschriften, nog snel even aangeschafte batterijen, een jas en roos). Blijkt in een andere terminal. Mijn god. Waarom hangen ze die borden dan niet zo dat je ze overal kunt zien, en ook dat je overal hoort als ze je oproepen! Dan overvraag ik toch niet in deze technische tijden.
Dit technische tijdperk is overigens ook de directe aanleiding van de stress. Want echt slim is het niet om een dame zonder noemenswaardige kennis van gadgets met een lief rood laptopje aan een tafel te zetten en gratis internet te verschaffen. Knutselend aan toetsenbord instellingen en mailtjes scannend is de aandacht bezet. Geen oog voor de klok.
Mijn hart haast uit mijn borstzak kloppend arriveer ik uiteindelijk met een Tanzaniaanse laatkomer bij de gate. Is het…. ja hoor nog op tijd. “My love take it easy you are fine, just make sure you get your breath back dear…”.
Roos heeft helaas wat schade opgelopen die niet meer te herstellen is. Als we om half 7 ´s ochtends het vliegtuig uitstappen, hangt ze zelf op half 11. Inmiddels staat ze gehalveerd op de tafel bij Karin & Tom in een flesje met Tanzaniaans water en is het 5 voor 12. Ik vrees het ergste. Voor roos.

dinsdag 19 mei 2009

Water in overvloed


Een ovaal blauw gemozaiekt zwembad lonkt fris en uitnodigend. Ik lig op een blauw-wit gestreept matras op een zonnebedje en kijk naar links. Mijn blik de andere kant op vangt de golven van de zee. Dhow zeilbootjes drijven rustgevend langzaam voorbij. Een andere boot ligt haast binnen handbereik voor anker, met twee planken als ´zijwieltjes´ bevestigd. Die blijft wel drijven. Ik ook. Ik ben in Dar es Salaam, een steenworp verwijderd van de indische oceaan, ik ben geland. Het vliegtuig een paar uur eerder al nadat we in de vroege ochtend aan de afdaling begonnen. Dat arriveren is wel eens heftiger geweest bij eerdere reizen zuidwaarts, daarmee ook voor de -gelukkige- reisgenoten. Ik word nu dan ook nog niet echt uitgedaagd, eerlijk (en relaxt) gezegd.
Slechts een paar uur nadat ik de dikke lucht op het vliegveld van Dar es Salaam instapte, bevind ik mij temidden van water. Links zoet en blauw, rechts zout en groen. Heerlijk! In een totaal andere omgeving dan die ik 24 uur eerder achter mij liet. Toen hadden we nog zorgen om de Reis van Roos. Een rode roos gekregen van mijn vader. Misschien was het een poging om dit tweede vertrek voor langere tijd toch een speciale spanning mee te geven. Want het was overduidelijk een tweede keer. Echte spanning was er niet, een gezond klaar-voor-de-wedstrijd-gevoel dat wel. Het aantal uitzwaaiers was lager. En de tranen minder. Een vrolijk afscheid. Fijn! En dus die vraag of die roos wel mee mag in het miniatuurvaasje..

zaterdag 11 april 2009

Welkom op Waterproef.

Hier lees je binnenkort over Water...

~waterputten
~waterwijsheden
~waterdragers
~profielen van watergebruikers
~en andere wetenswaardigheden

Natte bedoeling? Nee hoor. Dit blog biedt de lezer een kijkje in de werkelijke wereld van tekort, benutting en noodzaak van Water in Tanzania.
En natuurlijk kun je ook lezen over andere leuke, interessante, boeiende, opmerkelijke gebeurtenissen tijdens mijn verblijf in Oost-Afrika.

Vanaf 18 mei ben ik werkzaam in Tanzania bij Maji na Mandeleo (Mamado) gevestigd te Dodoma. Mamado draagt bij aan de kwaliteit van leven door middel van projecten op het gebied van watervoorziening, gezondheidseducatie en sanitatiediensten. Een deel van deze projecten richt zich specifiek op vrouwen die, ook als staan ze niet geregistreerd als werkenden, bergen werk verzetten en een belangrijke pilaar zijn in de samenleving. Zorg en huishouden ligt volledig bij hen.
Bij deze organisatie zal ik als organisatie ontwikkelingsadviseur structuur en werkprocessen ontwikkelen en implementeren, en coachen op het gebied van Finance, HR, IT en operationeel management. Namens VSO uitgezonden en gefaciliteerd door Randstad.

Ook zal ik tijdens mijn verblijf in Tanzania als voorzitter actief betrokken blijven bij de Volunteer Advisory Council die is opgericht om het partnership tussen randstad en VSO verder te ontwikkelen en te ondersteunen.

Persoonlijke reacties, vragen of verzoeken? Mails verzonden naar froukemaas@yahoo.com worden van harte ontvangen en graag beantwoord.

Hartelijk dank voor je belangstelling!


Vriendelijke groeten,

Frouke