De eerste indruk van de werksituatie in Dodoma was zoals verwacht. Veel ontwikkelingen, dynamisch. Een van de projecten verloopt helaas niet goed. Daarom vertrekken we vier man sterk naar Kongwa, alwaar de Italiaanse partner in het project haar onderkomen heeft. Onderweg naar de bespreking van het jaar. De uitkomst van deze sessie zal bepalen of mijn werkgever deel blijft nemen in het partnership met haar Italiaanse partner, of niet. Het salaris van drie collega's wordt gefinancierd uit de fondsen voor dit project. Als het project stopt, zullen zij geen salaris en slechts beperkte werkzaamheden hebben. Ter voorbereiding op dit gesprek hebben we alle mogelijke opties naast elkaar gelegd. Ik heb een goed gevoel over het voorstel dat we straks gaan neerleggen. Benieuwd hoe de Italianen deze suggestie en ons gaan ontvangen.
Deze keer gaan we op tijd arriveren. Voor de eerste keer. Nog tien minuten rijden en dan zijn we er. We passeren inmiddels droge vlakten die, zo herinner ik me, er in Februari een stuk groener uitzagen. Vlak voordat we de rode hoofdweg gaan verlaten, wenkt een man ons. Naast hem een auto en nog wat mannen. We zullen weer in oude routine vervallen, te laat komen dus. Want natuurlijk parkeert onze chauffeur de auto in de berm. De auto heeft een lekke band maar geen krik. Wij wel. Chauffeur kruipt onder de kar en samen met een ander krikt hij de wagen omhoog. Het gaat verrassend snel, maar toch verliezen we zo’n minuut of tien. Naastendiensten voorop. In deze verlaten einden zou je zelf ook geholpen willen worden. Dus, zoals altijd, verwelkomen de Italianen ons iets later dan gepland.
Lichtelijk gespannen maar vooral verheugd wacht ik op de directeur en zijn introductie van de oplossing. Eerst ontvouwt zich een kleine competitie in wij-hebben-niet-goed-gepresteerd-maar-jullie-voldeden-ook-niet-altijd-aan-de-afspraken. Ruggen recht, imago is in het spel. Oké klaar, dat is geweest. Hup nu zaken doen. Maar het blijft stil aan onze zijde. De Italianen spreken ferme woorden. Zeldzaam in Tanzania. Dat landt hier niet in zachte aarde. De oplossing lijkt de ontstane ruwe grond niet te kunnen passeren. Mijn collega’s spraken eerder al over het gebrek aan ‘amicality’ in het partnership. En als iets belangrijk is hier, is dat het wel.
Onze directeur geeft aan dat de organisatie niet kan voldoen aan de strenge eisen in het partnership en hij daarom overweegt het te beëindigen. Ik snap zijn beweegredenen. De medewerkers zijn ook nodig om de jonge organisatie zelf te ontwikkelen en dat past niet samen. Hoe dat dan zal gaan als er geen geld meer is, is een nieuwe kopzorg. De hoofdpijn die dit taaie project opleverde, zal zo over zijn. De oplossing ziet vandaag het daglicht niet. Achttien maanden samenwerking zijn gepasseerd. Twee zwangerschappen lang is het niet gelukt om een team te worden. Hoe voldragen kan een schepping zijn?! De combinatie is waarschijnlijk niet goed opgezet om te kunnen slagen. Nu lijkt het over.
En dan is het uit. En zal het de komende tijd leger en rustiger zijn op kantoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten