Eindelijk is het zover. Ik ben in Morogoro voor de beginnerscursus Swahili samen met de nieuwe groep VSO volunteers die naar Tanzania zijn gekomen om hier te werken. Dagen aaneengesloten verblijf ik in een ‘convent’ voor deze taaltraining. De brug naar Vucht is snel geslagen. Deze keer worden de trainingen verzorgd door Benji en zijn gevolg. De nonnen zijn onze gastvrouwen. Lief, vrolijk en verwelkomend. Gezegend met een brede warme lach. Goede koks ook, en geduldige oefenmaatjes. Net als alle jongens die er werken. Oefenen is wel op zijn plaats. Als je niet oppast, struikel je over de tutatuta’s en titikitikiti’s. Soms voelt het als kindertaal... kaka = broer, dada = zus, baba = vader. Maar zo eenvoudig is het niet.
Cultuur is ook onderdeel van het programma. Niet alleen via informatie overdracht. We acteren, koken en zingen. De opdracht om een van de nationale liederen te rappen en de groep te leiden lach ik snel weg. Aardig idee, maar de uitvoering laat ik liever aan anderen over. Twintig man sterk zingen we samen. En het geeft energie, klinkt goed. Althans zo komt het mijn oren binnen. Weet niet of mijn buren hetzelfde denken.
Zo zingen, brabbelen en lachen we wat af. En drinken we ‘s avonds een biertje of doen we een spelletje. En de volgende dag staan we fris weer op, al is het steeds iets minder scherp. Met een hoofd voller en voller. Gevuld met Swahili woordjes, zelfstandig naamwoord categoriën, grammatica regels en uitzonderigen. Véél uitzonderingen.
Swahili is gezegd makkelijk te zijn. Maar het is ook héél veel. De logica moet je soms ver zoeken. In Arabië-land en Engeland met name. Het concept tijd is illustratief. Het etmaal wordt strak in vijfen opgedeeld. Met scherpe scheidingen tot op de minuut. Een uur voor de ochtend begint wordt specifiek benoemd. De ochtend zelf duurt zes uur. De middag drie. De avond begint lekker vroeg om drie uur ’s middags en dan volgt een hele lange nacht. Geïntrigreerd en nieuwsgierig naar achterliggende motivatie vraag ik om uitleg. Arabische invloeden. Het uur in de ochtendgloren bijvoorbeeld wordt gevuld met bidden. Zo nauw delen wij onze dagen niet eens! En zo nauwgezet leven ze hier de uren niet. Grappig. Wij houden de tijd bij, en de Afrikanen hebben de tijd.
De zondag die ons verblijf in tweeën deelt, is deze keer geen rustdag maar klimdag. We gaan de nabij gelegen berg beklimmen die de omgeving wondermooi maakt. Ik kamp helaas met een nare rugpijn en lig noodgedwongen aan de voet van die prachtige gigant op een zonnebedje aan een fris blauw zwembad, behorend bij het meest sjieke hotel van Morogoro. De berg troont achter het hotel de hoogte in. Daar gaan ze, de medestudenten - volunteers van VSO. En hier genieten Renee en ik. Zij is een nieuwe aanwinst voor onze VSO groep in Dodoma. We leren elkaar die middag aan dat zwembad beter kennen. De rest van de week delen we ook een kamer. En de komende maanden ‘ons dorp’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten