Karin wijst me de weg. Eerst een dala dala (matatu in oeganda) en dan overstappen op een babytaxi. B.A.B.Y.T.A.X.I. Zolang ik geen beter woord er voor ken, zal ik het gebruiken. Maar hoop toch snel een exotischere benaming te ontdekken. Qua uiterlijk lijkt het op een tuk-tuk. Dat is geen vervanging die uitnodigt en de associatie met droge kaaskoekjes evenmin. Maar dan weten we tenminste waar we het over hebben.
Eentje stopt voor mijn neus. Hij praat en gebaart me wat in Swahili en ik begrijp dat ik moet blijven zitten, terwijl hij aan de achterkant gaat sleutelen. Veel heeft het niet geholpen want bij het eerste heuveltje slaat ie af, gelukkig sukkelen we nog net de top over en glijden we naar beneden (en doen de remmen het wel). Nog een keer opstarten. Vooruit ben de beroerste niet, wil hem best een kans geven. Maar het klinkt niet best. Hard kabaal. In mijn beperkte motorkennis vermoed ik een op handen zijnde ontploffing. Ik heb dan vroeger veel brommers mogen kieken (mijn tweelingbroer had een omvangrijke brommerhobby), maar ben er niet helemaal zeker van. Voor de zekerheid stap ik toch over op de eerstvolgende babytaxi die ik op de nabij gelegen rotonde tref. Daarbij volledig de pikorde onder de babytaxichauffeurs over het hoofd ziend.
Babytaxichauffeurnummereen in het rijtje komt zoevend op ons afgereden. Aangezien mijn Swahili nog niet verder gaat dan mijn ´jo parlo poco italiano´ in het italiaans, ontgaat me welke woorden gewisseld worden. Nummer een rijdt de afrit dicht, zodat wij de rotonde niet kunnen verlaten. Mijn chauffeur lijkt niet onder de indruk en zo ´tukken´ wij gewoon nog een rondje op de rotonde. Terwijl numero uno een lus maakt in een poging ons nog eens af te snijden, schiet de mijne zijn ferrarirode mobiel handig tussen dat andere karretje en de stoeprand door. Ziezo, die strijd gewonnen. We zetten onze reis door richting zee. Even verdenk ik Fransje (Bauer) ervan zijn wereldbeeld te willen vergroten en hier ergens tussen de struiken te liggen met ´zijn´ (wijlen) verborgen camera. Het had ook een scene kunnen zijn in een tijdloze slapstick. Maar het is het beide niet. Het is real life. Het echte Afrikaanse leven. Charme, verbazing en verwondering ineen. Frustratie maakt dat kwartet compleet, alleen heb ik daar nu geen last van. Go Schumi, go!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten