zaterdag 27 juni 2009

Dertig straatjochies


Een man steekt over. Fiets aan de hand. Een paar kratjes wiebelen op de bagagedrager. Dwars over het voetbalveld dat we hebben aangelegd loopt een strookje zand. Het leek mij vooral een handig gekozen middenlijn toen we de tassen en shirtjes als doelpalen neerlegden. Het blijkt ook een pad dat leidt naar een partytent verderop. Heerlijke afrikaanse deuntjes klinken uit de bombastische luidsprekers. Drank is onderweg. Het feestgezelschap vast ook. Geen van mijn medespelers of tegenstanders is verbaasd over de tweewielige inbreker. Het spel gaat gewoon door. Mooi zo. Wij zijn in de aanval.
Terwijl ik met Nieuw-Zeelander Callum de met roze doeken versierde tent bewonderde en grappen maakte over de uitgebreide speeches die vast en zeker zouden volgen, zijn de teams samengesteld. Tien jongens zijn aan de kant gezet. Gemist hoe de selectie is gegaan. Neem aan dat ze later tegen winnaar nummer één hun opwachting maken. Hoe kan ik ooit onthouden met wie ik speel?! We zijn niet op kleur geselecteerd. Noch van onze shirts, noch van onze huid. Gelukkig ook niet op geslacht. Ben de enige vrouwelijke deelnemer temidden van de twintig overgebleven straatkinderen en twee mzungu (witte) mannen. Ter onderscheid trekken onze 10 tegenstanders hun shirts uit. Wij houden ze aan. Voor de hand liggende grapjes worden slechts door de kiwi en Duitse Felix gemaakt. Een vrouw in sporttenue op het veld is voor de Tanzanianen al gek genoeg.
De ingezette aanval strand ver achter de denkbeeldige achterlijn. Onder fanatiek protest van de dribbelaar. Het doel uit het oog verloren speelt hij nog even door. Mijn team lijkt steeds kleiner te worden. Onblote bovenlichamen snellen mij voorbij. Zweet spettert door de lucht, ongewassen hardewerkers geuren achterlatend. Het is warm. Een slipper vliegt de bal achterna. Hij heeft er nog een. Een aantal maatjes rent zelfs blootvoets. Aarzelend meng ik me in de massa. Ik zou me kunnen verschuilen achter de smoes niet vol door te willen trappen vanwege de onbeschermde voeten die ik tref. Maar ben onder de indruk van de passie en kracht die ik op het veld tref. En manouvreer wat onwennig over het hobbelige veld, met mijn niet op voetbal getrainde benen.
Energie en enthousiasme wint het van alle tactische pogingen het balletje rond te spelen. Veertig benen rennen achter de bal aan. Van voor naar achter, van links naar rechts. Met zijn allen tegelijk. Ik word vrolijk van deze samba en pak de camera erbij. Ineens lijkt de bal niet meer zo belangrijk. Donkere ogen verdringen zich voor de lens. De jongens stoer poserend, handen in de lucht, in de zij, om de buurman zijn schouders.
De wedstrijd gaat door. We spelen al ruim een uur, zonder pauze. Callum verlaat als eerste officieel het hoge, droge en stugge gras. En daarmee eindigt de wedstrijd en ruimen we het veld op. Tijd voor de teamfoto. Tomorrow tomorrow, juichen ze. Ja hoor, doe nog wel een keer mee. Een volgende ´morgen´.

vrijdag 19 juni 2009

Leerzaam veldbezoek


Een vergadering buiten, op een paar schoolbankjes, onder een afrikaanse boom. Lemen hutten her en der verspreid. Mannen in oversized hemden, autobanden-slippers aan de voeten. Vrouwen in doeken gehuld, sommigen met kind op de rug, of aan de borst. Urenlang wachten totdat de genodigden zich verzamelen. Zo cliché als het waar is. Nog steeds. Zo ook vandaag.
Samen met een Tanzaniaanse medewerker van de Nederlandse organisatie SNV en een Italiaanse dame van LVIA zijn we met drie Mamado-man sterk in Mugano. Hier treffen we vandaag de village government om te praten over de aanleg van latrines (staantoilletten) volgens een micro-financiering systematiek. De huishoudens zullen uiteindelijk zelf de kosten voor hun toilet dragen, via een aflossingstermijn van 6 maanden. Totale kosten 18 euro, exclusief mankracht, water en aarde. De meesten hebben momenteel geen toilet. In totaal zijn 45 mensen uitgenodigd. Bij aankomst verzamelen we in het gemeenschapshuis. Een nogal klein gebouw voor dat aantal mensen. Donker en vooral erg leeg. De genodigden laten nog even op zich wachten. Collega Matilda vertelt: “they will start coming now. They first wait until our cars arrive before moving.” Daarom zijn wij in alle vroegte vertrokken om hier om 9u aanwezig te zijn. Storm loopt het nog niet. Waarschijnlijk zijn ze nog niet klaar met het bewerken van hun stukje land of het halen van water, hoor ik. Zo´n tien man en een uur later wordt besloten de vergadering buiten te houden. Dus de bankjes naar buiten. Onder de boom. Ik word wat ongerust wanneer mij uitgelegd wordt dat de vergadering pas officieel geopend zal worden als voldoende mensen aanwezig zijn. De voorzitter van het dorpsbestuur zal beslissen, tenminste de helft van de genodigden dient toch zeker present te zijn. Stevig zitvlees is geen overbodige luxe vandaag. Ik ´oefen´ nog maar even op de (drie) Swahili woorden waarmee ik me dadelijk zal voorstellen. De voorzitter lijkt coulant. Twintig dorpsbewoners hebben zich gemeld, we beginnen. Het is inmiddels 12 uur en de zon brandt vanuit de hoogte recht in mijn gezicht. Twee uur lang observeer ik wat er gebeurt. Veel Swahili woorden en geregeld intermezzo´s om de aanwezigen alert te houden. Zogenaamde energizers. De daarop volgende stemmingsronde heeft meer impact op mijn energieniveau. De aanwezigen kiezen wie ze in de uitvoeringscommissie willen hebben. Eerst wordt gezamenlijk een lijst met voorwaarden vastgesteld waaraan de leden moeten voldoen: kunnen lezen & schrijven, niet dronken, veel in het dorp aanwezig, mentaal fit, open voor development, bereid om vrijwillger te zijn, betrouwbaar en tolerant. Uniek beeld verschijnt voor me. Alle aanwezigen zitten met het hoofd voorover gebogen terwijl één hand het gezicht bedekt. Een aantal steekt de andere hand de lucht in. Die zijn vóór deelname van betreffend persoon. Wat gebeurt hier? Een blinde stemming. Al zie ik een enkeling door de vingers glurend gniffelen wanneer bij de stemming voor een volgende kandidaat de meeste handen omlaag blijven. Ik gniffel gezellig mee.

woensdag 10 juni 2009

Aangenaam


De telefoon gaat over. Het is zaterdagochtend half tien. Vroeg nog, wat mij betreft. Ik overweeg net of ik zal opstaan of dat ik me nog een keertje zal omdraaien. Ik heb vandaag een afspraak met Nassari van Mamado om de workshop van aanstaande maandag door te spreken. Maar dat zal pas over een paar uur beginnen, op een nader te bepalen tijdstip. Augustino, een van mijn andere collega´s aan de andere kant van de lijn. “Hej Fouwka, are you at home?” “Yes, I am”, antwoord ik met een stem waar de nacht nog in doorklinkt, al doe ik mijn best wakker over te komen. “Okay I will be at your place in 5 minutes.” “ But I….” Tuut, tuut, tuut. Opgehangen. Terugbellen heeft geen resultaat. Nou zeg. Hij zit waarschijnlijk in zijn auto, waarin hij als beginnende chauffeur alle aandacht nodig heeft voor het verkeer, de tegenliggers en de kuilen in de weg. Ik heb al een paar keer bij hem in de auto mogen zitten. En ik kan je vertellen, dat is een groot avontuur.
Augustino heeft zich over mij ontfermt deze eerste dagen in Dodoma. Ik begrijp alleen niet waarom hij mij nu zo vroeg komt opzoeken. Voor zover ik weet, speelt hij geen rol in mijn programma van vandaag. Begrijp wel dat ik moet opschieten. Onwaarschijnlijk volgens schema, zit hij 5 minuten later aan mijn keukentafel. “So when are you going to meet Nassari?” “Well I thought around midday.” Zo zitten we een tijdje samen, ons af te vragen hoelaat Nassari en ik elkaar gaan treffen, en concludeert hij dat het verstandig is als ik eerst even mijn ontbijt nuttig en hij beter kan gaan... Right. Vanwaar die haast zo in de vroege zaterdagochtend? Zoveel minuten als ik normaal wachtend op Augustino doorbreng, zo weinig krijg ik er vannochtend. Mijn programma wel volledig in de war. Ik zou met mijn nieuw verworven vriendinnen die om de hoek wonen, wat inkopen gaan doen in town, maar twijfel nu of dat wel past in de ogenschijnlijk verschuivende planning. Twee totaal verschillende dames die samen werken en wonen. Net zoals ik in area C. Dodoma is verdeeld in area´s. De onze ligt vanuit het centrum van de stad gezien aan de andere kant van de airstrip.
Een gebied waar Tanzanianen en buitenlanders gezellig dicht bij en door elkaar heen wonen. Twee andere volunteers van vso wonen vlakbij in aangrenzend area D. Het lijkt een gebied in opkomst. Zo hebben we Rosegarden, de lokale bar. En een recentelijk geopende Italiaan, met midgetgolf (verrassend), aan de voet van de Lion Rock, vanwaar de vlakten rondom Dodoma town zich uitstrekken tot zover het oog reikt.
Na overleg met Nassari vroeg in de middag heb ik weer grip op mijn dag. Samen met de buurdames en nog versere bekenden sluit ik de dag af met een welverdiende pizza en een best aardige witte wijn. Zo lust ik er nog wel een. Aangenaam kennis te maken Dodoma, Augustino...

dinsdag 2 juni 2009

Even stil

Amper 10 minuten in de Scandanavia bus gezeten, komt de conducteur met een klein pakje met 6 glucosekoekjes. Vast een welkome oppepper voor later. Een flesje water volgt. We krijgen zelfs een karton mangosap. Wat een verrassing. Op mijn reis van Dar es Salaam naar Dodoma. Ik bevind me niet alleen in de zogekwalificeerde veiligste buslijn van Tanzania. Het blijkt ook een verdomd luxe. Passende slogan, ´Princess Class´. Ze hebben er nog een, ‘in God we trust’.
De reis duurt zes uur. We passeren halverwege Morogoro. Ik denk terug aan mijn gesprek met Tim Cook de dag ervoor. Programma manager bij VSO Tanzania voor Secure Livelyhoods, waar mijn project ook onder valt. Hij maakt veel tijd vrij. Ik geef hem de t-shirts van het partnership tussen Randstad & VSO. Achterop onze slogan ´imagine what we can do together´. Zo bespreken we het project. En mijn werkzaamheden voor de adviescouncil. Positief. Hij is voor voortzetting van de eerder besproken plannen. Nu concreet maken. Praktisch invullen. En aansluiten op wat reeds bestaat.
Ook praten we over Saskia, de Nederlandse die op koninginnedag in Dodoma op haar fiets is aangereden en aan de gevolgen is overleden. Het heeft mij diep geraakt en flink bezig gehouden de afgelopen weken. Misschien ook omdat ik haar in Februari tijdens mijn orientatie heb ontmoet. Prachtige dame. Wij zouden elkaar nu weer treffen. Ik slik opkomende tranen met veel woorden weg. Zo blijven er niet veel over. Al denk ik ze wel. De onherroepelijkheid van deze abrupte en kwetsbare gebeurtenis. De overeenkomst, van een Nederlandse met een fiets in Dodoma. Het sterke besef hoe waardevol en veelbetekenend mijn familie & vrienden voor mij zijn: voelsprieten die vlak voor een dergelijk vertrek toch al overuren maken. En daar is de glimlach weer. Als ik denk aan die sprieten en welke mooie momenten ze hebben opgezogen, hihi. Energy boosters, ´in da pocket´.
De conducteur-steward haalt me terug naar mijn zetel 28. Hij deelt momenteel servetten uit. Kan ik wel een gebruiken. Mijn handen vet van het geroosterde rundvlees dat ik zojuist heb gegeten. Een snackje erbij. Karin had me al een geweldig lunchpakket meegegeven. Muziekapparaatje speelt weer eens Hallelujah. Ik probeer de toon te verzetten en de gesproken Swahili cursus te vinden. Geen idee waar het is. Gelukkig heeft Tim wat Swahili lessen toegezegd. Hoop snel de beginselen te leren.
Uitgestrekte vlakten laten we links liggen. Slechts af en toe een dorp. Hier en daar Baobab bomen. Een huis. Enkele hutten. Een paar mensen. Wat dieren. Onvoorstelbaar veel ruimte! Een enkele berg in de heiige verte geeft de horizon nog enig reliëf. De eerste contouren van Dodoma komen in zicht. Ik voel me raar. Mijn hart staat even stil bij wat een aantal weken geleden is gebeurd. Bij wat de stad sindsdien heeft doorgemaakt. Ik kan mijn project hier niet starten zonder in gedachten eerst bij Saskia te zijn. En stil te zijn, zoals ik nu even ben.