dinsdag 28 juli 2009

Net wa'k wilde


Saba saba. Zeven zeven. 7 Juli. Een nationale feestdag in Tanzania. En een goede gelegenheid om het leven buiten Dodoma op te zoeken. Samen met Kristina keek ik al even uit naar het lange weekend dat deze vrije dag oplevert. Met het opnemen van één vrije dag hebben we vier dagen vrij. Meneer Halla, directeur van Mamado, reageerde zo flexibel als hij is: “Feel free. Sometimes you work on Saturdays, Sundays or evenings. Just compensate. You don’t have to take a day off. Work and go wherever you think you have to go.” Mijn vakantiedagen blijven beschikbaar voor beoogde reizen naar Nederland en Oeganda. Hallelujah!
De ontwikkelingen op het werk die zich voordeden de afgelopen tijd, waren een goede stimulans de geest inderdaad eens te verruimen en elders in dit gigantische land te ontspannen. Opties volop. In de top drie: Arusha, Iringa, Zanzibar. Allen zo’n 10 uur reizen verwijderd van onze woonplaats. Een mooie kans nieuwe plaatsen te ontdekken. Of om bekende en heerlijke strandomgeving op te zoeken. Aldus bevind ik mij op deze zaterdag wederom op de boot naar Zanzibar...Vakantiegevoel gegarandeerd vanaf moment van aankomst! Prachtige touroperator slogan.
De dag starte onaangenaam vroeg. Om 6u met de bus mee. Je moet wel wat over hebben voor palmstranden en groenblauwe zee. Dat vergeten ze in de flyer vaak te vermelden, maar in dit geval wisten we er alles van. Twee dagen reizen voor twee dagen ontspanning en drie avonden plezier. In Stonetown werkelijk een verschil tussen dag en nacht. Pole pole dagen in de zon en ritmische klanken bij (volle) maan. Een overeenkomst: geen plannen, just go with the flow...We worden opgehaald bij de ferry door een zanzibarian friend. Wat een welkome verrassing. We zijn inmiddels al 12 uur onderweg, die lift kunnen we wel gebruiken. En het blijkt de eerste in een rij van vele onverwachte gebeurtenissen. Zo drink ik een drankje met Duitse vriend uit Dodoma en geniet ik van reaggae klanken van Nederlandse multi-culti band, met Giovanca als side-kick op zaterdagavond. Een goed, verrassend begin.
Tijdens een kopje koffie de volgende dag komt een Bosschenaar aanwaaien. Het begin van twee dagen vol ‘leut’. Samen met de Zanzibarian, Kristina en mijn Brabantse stamgenoot vertrekken we naar een nabijgelegen strand. Onder het genot van een biertje en met uitzicht op zee, mangroves en een authentieke dhow hebben we niets meer te wensen. ‘Net wa’k wilde’, besluiten de Bosschenaar en ik. Het wordt al snel donker. Jammer. Maar de avond wacht. En die kunnen aardig lang zijn, niet alleen in Brabant.
De menukaart in het restaurant in Stonetown ziet er veelbelovend uit. Allerlei vissoorten bevolken het menu. Daar blijft het bij. De volle maan helpt de vissen de vissers te ontwijken. Zo blijft de koeling leeg. Dus gaan we voor de vegetarische optie, ook een goede basis voor de dansoefening later op de avond.
De volgende dag eindigen we op een verjaardagsfeestje. Van harte welkom geheten door maasai, rasta’s en de jarige dochter van de café-eigenaar. De drumbeats zijn wederom aanstekelijk. Het blijft nog lang gezellig.

dinsdag 21 juli 2009

Moedig besluit


De eerste indruk van de werksituatie in Dodoma was zoals verwacht. Veel ontwikkelingen, dynamisch. Een van de projecten verloopt helaas niet goed. Daarom vertrekken we vier man sterk naar Kongwa, alwaar de Italiaanse partner in het project haar onderkomen heeft. Onderweg naar de bespreking van het jaar. De uitkomst van deze sessie zal bepalen of mijn werkgever deel blijft nemen in het partnership met haar Italiaanse partner, of niet. Het salaris van drie collega's wordt gefinancierd uit de fondsen voor dit project. Als het project stopt, zullen zij geen salaris en slechts beperkte werkzaamheden hebben. Ter voorbereiding op dit gesprek hebben we alle mogelijke opties naast elkaar gelegd. Ik heb een goed gevoel over het voorstel dat we straks gaan neerleggen. Benieuwd hoe de Italianen deze suggestie en ons gaan ontvangen.
Deze keer gaan we op tijd arriveren. Voor de eerste keer. Nog tien minuten rijden en dan zijn we er. We passeren inmiddels droge vlakten die, zo herinner ik me, er in Februari een stuk groener uitzagen. Vlak voordat we de rode hoofdweg gaan verlaten, wenkt een man ons. Naast hem een auto en nog wat mannen. We zullen weer in oude routine vervallen, te laat komen dus. Want natuurlijk parkeert onze chauffeur de auto in de berm. De auto heeft een lekke band maar geen krik. Wij wel. Chauffeur kruipt onder de kar en samen met een ander krikt hij de wagen omhoog. Het gaat verrassend snel, maar toch verliezen we zo’n minuut of tien. Naastendiensten voorop. In deze verlaten einden zou je zelf ook geholpen willen worden. Dus, zoals altijd, verwelkomen de Italianen ons iets later dan gepland.
Lichtelijk gespannen maar vooral verheugd wacht ik op de directeur en zijn introductie van de oplossing. Eerst ontvouwt zich een kleine competitie in wij-hebben-niet-goed-gepresteerd-maar-jullie-voldeden-ook-niet-altijd-aan-de-afspraken. Ruggen recht, imago is in het spel. Oké klaar, dat is geweest. Hup nu zaken doen. Maar het blijft stil aan onze zijde. De Italianen spreken ferme woorden. Zeldzaam in Tanzania. Dat landt hier niet in zachte aarde. De oplossing lijkt de ontstane ruwe grond niet te kunnen passeren. Mijn collega’s spraken eerder al over het gebrek aan ‘amicality’ in het partnership. En als iets belangrijk is hier, is dat het wel.
Onze directeur geeft aan dat de organisatie niet kan voldoen aan de strenge eisen in het partnership en hij daarom overweegt het te beëindigen. Ik snap zijn beweegredenen. De medewerkers zijn ook nodig om de jonge organisatie zelf te ontwikkelen en dat past niet samen. Hoe dat dan zal gaan als er geen geld meer is, is een nieuwe kopzorg. De hoofdpijn die dit taaie project opleverde, zal zo over zijn. De oplossing ziet vandaag het daglicht niet. Achttien maanden samenwerking zijn gepasseerd. Twee zwangerschappen lang is het niet gelukt om een team te worden. Hoe voldragen kan een schepping zijn?! De combinatie is waarschijnlijk niet goed opgezet om te kunnen slagen. Nu lijkt het over.
En dan is het uit. En zal het de komende tijd leger en rustiger zijn op kantoor.

donderdag 9 juli 2009

Gewend & wel


Zo'n zes weken geleden arriveerde ik in Dodoma. Opgevangen door Augustino, een collega. Ziet eruit zoals je een Afrikaan zou tekenen. Een rond gezicht, grote donkere kijkers, lange gekrulde wimpers, volle lippen en neusgaten intrigerend groot. Klinkt misschien politiek wat incorrect, maar zoals ik eerder geleerd heb, is het hier heel normaal mensen op hun uiterlijk te beschrijven zonder daarin beoordelend te zijn. Het olijke gezicht van een vrolijke jongen. Een geweldige collega, weet ik inmiddels. En slim ook. Vandaag had ik een bespreking met alle collegae. De reden was helaas niet zo positief. Een van de projecten waarin MAMADO meewerkt, verloopt niet zo goed. Dat was schrikken, voor mij. Het project zorgt er voor dat tenminste de helft van de salarissen betaald kunnen worden. Mijn collega’s bloosden er niet meer om. Opmerkingen over eerder genoemde beoordeling raakten hen ogenschijnlijk evenmin. Zou toch enorm vervelend zijn als je hierdoor je baan zou verliezen denk ik dan. Augustino had wijze woorden. Een aantal anderen later ook. Gelukkig! Ik mag ze vervolgens uit gaan werken. Dit weekend. Deze week was het duidelijk afgelopen met mijn nogal Afrikaanse inwerkperiode. Had zelfs een keer een afspraak om half acht op kantoor. In Nederland draai ik me dan minstens nog een paar keer om, als de wekker al is gegaan. Ik hoop dat deze vroege aanvang geen gewoonte wordt, in ieder geval niet voor mij. De routine op het werk na de vroege aankomst overtuigt mij ook nog niet van deelname in dit ritueel. Want vlak na aankomst verdwijnen alle collega’s om ontbijt te nuttigen. Dat heb ik dan in mijn haast om op tijd op kantoor te zijn al snel gedaan. Gewerkt wordt er dus niet voor 9u. En dan zit ik daar in mijn eentje nog wat slaperig maar met gevulde maag.
In de inwerkperiode ben ik ook twee keer in Dar es Salaam geweest. Leuke afwisseling, maar ook broeïerig warm, al is het ‘winter’ nu. Oké, de fan hoeft ’s nachts niet altijd aan, maar een laken is nog steeds meer voor de vorm en een deken hoeft zeker niet. Dodoma is minder warm, hier koelt het voldoende af om lekker onder de deken te kruipen. Nog steeds behoorlijk symbolisch, maar het is net wat fijner. Eigenlijk net zo als in Ntungamo (Oeganda). Dodoma is een echte missionarissen stad, dat merk je als je plannen maakt voor een dag of avondje uit. Discussieavonden, kerkbezoek of koorzang zijn veel gehoorde redenen om niet mee te gaan. Maar dan is Kristina daar. Deze buurvrouw uit Litouwen woont in de straat achter mij. Ik waan me weer in Boxtel, via de achterdeur even ‘binnenwippen’ voor een bakkie. En deze blonde dame is geregeld aanstichtster voor een bezoek aan plaatselijk café of restaurant. Want wat uitgaan betreft is het eenzijdig, geen museum, geen theater, geen bioscoop, geen mooi natuurpark nabij. Spelletjes thuis, midgetgolf bij de italiaan, poolbiljart anywhere of de discussieavond zijn de opties. Daar zijn we nog niet aan toegekomen...