Met fiets in de hand baadt middelbare vrouw tot halverwege het been in bruin water. Kanga (Oost-afrikaanse doek met Swahili spreuk) gevuld met koopwaar hangt strak vastgebonden op haar rug. Evenzoveel spullen balanceren achter op haar ijzeren ros. We moeten oppassen dat we haar niet een flinke douche geven bij het passeren. Zij kan beter een stap opzij gaan. Wij hebben minimale snelheid nodig om op vier wielen de plas succesvol te passeren en veroorzaken daardoor metershoge waterspetters aan beide zijden van de auto.
De weg die vanaf de Cape-to-Cairo route in noordelijke richting bochtig het binnenland insteekt, verdrinkt tijdens regenseizoen. Bij voortgaan passeren we meer van dees plassen. Varierend in diepte, breedte, lengte en ook in kleur. Vaker groen dan bruin. Bedekt door een waas gelijk een velletje van melk op ongeroerde melkthee. Bruin begrijp ik, da’s de kleur van het zand. Groen?? Blij dat ik in de auto zit. Ik denk aan een eerdere opmerking van mijn collega, over hoe mijn witte voeten het gevecht met de schimmels in het water zullen verliezen. Maar, hoe zit het dan met de blote voeten van de vrouw die we net zijn gepasseerd?
We slaan rechtsaf, bij de met windenergie aangedreven waterpomp op de binnenplaats van een klein missionarisschooltje. Een van de weinige landmarks in de omgeving. De andere twee zijn de simba rock (Leeuwenrots) en Vodacom zendmasten. Echt verdwalen zal niet snel gebeuren, al raken we later toch af en toe de weg kwijt. Geen straatnamen, kilometerpaaltjes, rood-witte paddestoelen die ons richting geven. Op goed gevoel of bij de derde boom linksaf.
We bevinden ons inmiddels in het midden van nergens, in de uitgestrekte vlakte die ik per bus haast wekelijks passeer en waar de horizon verder rijkt dan de beste ogen je kunnen zien laten. Tijdens deze ritten dwalen mijn gedachten steeds weer af naar het leven tussen mij in de bus en die veschuivende horizon. Wat leeft daar samen? Wonen veel mensen daar, of een enkeling? In dorpen, hutjes, nomadische nederzettingen? En de dieren, zijn het de Dodoma ‘huis, tuin en keuken’ honden, katten, insecten en hier en daar een slang? Of is deze achtertuin, zoals mijn huisbaas het eens noemdde, nog steeds gevuld met wild dat hij na jacht op zijn barbeque braaide toen hij nog hier woonde?
Aangekomen in het ‘centrum’ van de horizon, is de grootsheid enigszins behapbaar geworden; is het immense afgenomen tot de (nog steeds verre) verte die overblijft en ons omringt. Gevarieerde, rijke begroeiing. Hier en daar een hogere boom, erf met huis en aangebouwde keuken (rieten vlechtwerkjes) en palmen. Een teken dat het grondwater niet al te ver weg is. Wij rollen via huisje naar volgende boom en veelal leeg erf, en bereiken uiteindelijk de plaats van bestemming, maar pas nadat het rechterachterwiel tot over de helft in gulzige modder gezogen en daaruit losgeduwd is. Een lagere school in Mpamaa, waar wij met financiĆ«le ondersteuning van onze Canadese partnerorganisatie kwaliteits toiletten en watervoorzieningen gaan bouwen. De hoofdleraar heeft een paar maanden eerder al een dappere poging gewaagd. Helaas heeft de heftige regenval de hangemaakte bouwstenen al tijdens het eerste regenseizoen doen smelten.